“Veel
topsporters in Nederland hebben minder voedingsstoffen in hun basisvoeding dan
aanbevolen. Zij zouden betere voedingskeuzes moeten maken en daarnaast is het
advies om een laag gedoseerde multivitamine te gebruiken om te voldoen aan de
dagelijkse aanbevolen hoeveelheid.”
Deze
maand lees ik in allerlei media veel over voeding voor (top)sporters. De
berichten hebben te maken met het proefschrift van Ir. dr. Floris Wardenaar.
Hij is onderzoeker Lectoraat Voeding en Sport en teamleider Sports and Exercise
Nutrition bij HAN Sport en Bewegen. Onlangs promoveerde hij op voeding en supplementengebruik bij
atleten uit de Nederlandse top en subtop. Hij deed onderzoek bij 553 sporters
die aan krachtsport, duursport of teamsport doen en aanvullende onderzoek bij
778 sporters. Tijdens mijn opleiding tot sportdiëtist was hij een van mijn
docenten.
De
belangrijkste boodschap die ik uit alle artikelen haalde, was dat (top)sporters
er moeite mee hebben om te voldoen aan de algemene richtlijnen goede voeding.
Evenals veel de gemiddelde bevolking. De voedingsinname van topsporters
verschilt slechts beperkt met die van de gemiddelde Nederlander. En dat terwijl
wedstrijdsporters lichamelijk zeer actief zijn. En als ze wél voldeden aan de
richtlijnen goede voeding, dan kon vaak de timing beter. Daarmee bedoel ik: wat
je eet voor, tijdens en na een training of wedstrijd. En in welke hoeveelheden
en welke vorm.
Als
hulpmiddel bij gezond eten als sporter, is de Sportvoedingspiramide ontwikkeld
door de Vereniging Sportdiëtetiek Nederland. De piramide laat de volgorde en de
verhouding zien waaruit sportvoeding bestaat.
Dat
begint bij de basis. De hele onderste laag is gezonde voeding. Basisvoeding,
zoals we dat ook noemen. Alles wat hierin staat, staat ook in de Schijf van
Vijf: brood, fruit, groenten, zuivel, noten, vlees(vervangers), ei, kaas, vis,
pasta, rijst en aardappelen. Dit heeft ieder mens nodig, (top)sporter of niet,
met de intentie sterker te worden of fit en gezond te blijven.
De
tweede laag is sportspecifiek: als de basisvoeding niet meer toereikend is en
er aanvulling nodig is. Onderdeel van sportspecifieke voeding is sportdrank,
sportrepen of sportgels die rondom een training of wedstrijd gebruikt worden. Opvallend
is hier een klok in het midden. Deze staat voor de juiste timing. Want het
toepassen van sportspecifieke voeding is zinloos als de timing niet goed is.
Deze timing is afhankelijk van de soort, intensiteit en de duur van de
inspanning. En van de sporter zelf natuurlijk: wat past bij hem/haar en wat is in
de praktijk haalbaar.
Het
topje van de piramide is voor supplementen. Je kunt hierbij denken aan (multi-)
vitamines of mineralen. Met name aan vitamine D en ijzer kan een tekort
ontstaan, ondanks een goede basisvoeding. Ook prestatiebevorderende
supplementen zoals cafeïne, bietensapconcentraat, creatine of beta-alanine
staan in de top benoemd.
Uit de
onderzoeken van Floris Wardenaar bleek dat sporters die zich lieten begeleiden
door sportdiëtisten of sportvoedingsdeskundigen doorgaans betere keuzes maken
en dat zij meer voldoen aan de algemene voedingsaanbevelingen.
Wil
jij ook een persoonlijk sportvoedingsadvies? Ik ben sportdiëtist en adviseer
sporters en geef een persoonlijk advies. Dit is afhankelijk van de intensiteit
en de duur van de sport, de trainingstijden, het sportseizoen en de
persoonlijke doelstellingen. Elke sport(er) is immers verschillend. https://www.careyn.nl/diensten/voeding-en-dieetadvies/dietisten-stad-utrecht/sascha-de-jong/