Tegenover me tijdens het spreekuur zitten een vader en zijn 9-jarige zoon. ‘Als jij ons kunt vertellen wat gezonde variaties voor tussendoortjes zijn, dan zou dat het voor ons heel veel makkelijker maken. Dan kan mijn zoon die voortaan gewoon zelf pakken en dan te hoef ik niet steeds nee te zeggen.’ De vader zegt het tegen mij alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Als zijn zoon maar weet wat hij mag eten, dan komen er geen vragen, discussies en nee-zeggen meer aan te pas.
De zoon is zoals gezegd 9 jaar oud en heeft overgewicht. Via de huisarts zijn ze bij mij beland. Vader en moeder zijn gescheiden. Zoon woont de helft van de week bij vader, de andere helft bij moeder. Het eetverslag wat ze bij zich hebben is ook eerlijk verdeeld: een dag verslag van het eten bij vader en een dag verslag van eten bij moeder. Vader vertelt dat een gezin in hun omgeving ook naar de diëtist ging en dat ze fijne adviezen hadden gekregen. Hele praktische adviezen: wat mag wel en wat mag niet. Dat leek hem ook wel wat.
Hij vertelt verder dat ze bij hem thuis nu al veranderingen hebben gemaakt in de hoeveelheid en soort broodbeleg. Dunner smeren en mager beleg gebruiken. Bij moeder is dat nog niet zo. ‘Kijk maar’ zegt vader: ‘bij moeder eet hij nog wel worst en chocopasta op brood.’ De zoon zit er maar stilletjes bij.
Een aantal dingen is nu al pijnlijk, en het gesprek is pas 10 minuten geleden begonnen. Vader lijkt niet in de gaten te hebben dat zoon heel ongemakkelijk is. Er wordt opeens veel op zijn schouders gelegd: hij moet dus zelf gezond gaan kiezen. En bij zijn moeder moet er ook gezonder worden gegeten. Dat is heel lastig voor een 9-jarige (voor een kind van elke leeftijd, eigenlijk). De ‘schuld’ wordt door vader nu neergelegd bij zoon en moeder.
Hoe zal ik dit tegen vader zeggen? Ik wil hem niet beschuldigen of veroordelen, maar wel met hem praten over verwachtingen en verantwoordelijkheid. Ik begin door te zeggen dat hij erg veel van zijn jonge zoon verwacht. Alleen maar weten wat gezond is, zal nog niet helpen bij gezonder kiezen. Niet bij kinderen (en ook lang niet altijd bij volwassenen, trouwens), omdat kinderen de gevolgen van hun keuzes, en zeker de keuzes op lange termijn) niet kunnen inschatten. Onze voedselkeuze komt tot stand door diverse factoren: beschikbaarheid, bereikbaarheid, eetlust, het zien of ruiken van eten, anderen zien eten, gewoonte, emoties, honger, verveling, stress, etc. Het kiezen van gezond is zó ingewikkeld. Juist de ouder kan hier heel goed in sturen, afspraken over maken met het kind, duidelijkheid bieden. De ouder beslist over wat, waar, wanneer en hoeveel. Door hierin heel consequent te zijn, komen in de loop van de tijd vragen en discussie steeds minder voor. Het wordt dan makkelijker voor vader en zoon. En in een ideale situatie gelden dezelfde regels bij moeder. Maar alle begin is moeilijk. Hierbij zal ik hen begeleiden.