Mijn
vriend en ik hebben koffie genomen. Er komt een hele jonge moeder met haar baby
op de arm binnen. Ze staat een beetje rond te kijken wat ze gaat nemen. Ze
schenkt koffie in en trekt een plastic verpakking van een muffin af. Ze loopt
een beetje rond te drentelen en opeens zie ik in mijn ooghoek dat ze een stukje
van de muffin in de mond van haar baby doet. Ik schrik ervan. De baby is heel
jong en buiten dat: muffin is nou niet iets waarmee je zou starten als je je
kind vast voedsel gaat geven.
Dat
het niet zo heel raar was wat ik zag, ontdek ik deze week als ik een artikel
lees in The Washington Post. Het gaat over het verschil tussen wat arme baby’s
en rijke baby’s te eten krijgen in hun eerste levensjaar. In het onderzoek dat
in het artikel wordt beschreven zijn 1500 baby’s hun eerste levensjaar gevolgd
wat betreft het voedsel wat ze kregen aangeboden van hun ouders of verzorgers.
De
onderzoekers kwamen tot de conclusie dat moeders met een laag opleidingsniveau
en een laag inkomen hun kinderen vaak vetrijke en suikerrijke voeding geven.
Moeders met een hoog opleidingsniveau en een hoog inkomen voeden hun kinderen
voeding volgens de richtlijnen voor gezonde voeding passend bij deze
leeftijdscategorie.
De
onderzoekers hadden 18 voedselsoorten bedacht waarin het voedsel wat de baby’s
kregen werd gecategoriseerd, zoals borstvoeding, flesvoeding, koemelk, yoghurt,
soja, fruit, groenten, sappen etc. Toen de werkelijke voedselinname hen ter ore
kwam schrokken ook de onderzoekers van wat sommige baby’s te eten kregen:
snoep, ijs, frisdrank, patat.
Zij
vroegen zich af waardoor dit kwam. Deels door onwetendheid over wat gezond is
voor een baby om te eten, en wat het effect is van dit soort voedsel op groei,
ontwikkeling, gezondheid en lichaamsgewicht. Waarom kiezen voor voedsel dat je
zelf moet klaarmaken als er ook gemaksvoedsel is? En deels door beperkte financiƫn:
vetrijk en suikerrijk voedsel is goedkoper.
Gevolgen
voor slecht voedsel tijdens het eerste levensjaar zijn sterke gewichtstoename,
minder lengtegroei en slechte smaakontwikkeling. Als je een jong kind niet
leert wennen aan bijvoorbeeld smaak van groenten dan is de kans groot dat het
op latere leeftijd ook niet lekker vindt. Slechte voeding wordt dan op latere
leeftijd voortgezet.
Ook in
Nederland bestaan deze verschillen tussen laag sociaal economische groepen en
mensen met een hoog opleidingsniveau en ik denk dat ze ook al zo vroeg
beginnen. Tijdige signalering is cruciaal, evenals tijdige voorlichting over
gezonde voeding aan (zwangere) moeders.