Je zou zeggen
dat als er ook maar iets van een kans is om lijden en dood te kunnen voorkomen,
dat die met beide handen aangegrepen zou worden. Toch zie ik zelf elke dag dat
het zo simpel niet is.
Ik bel met
een 73-jarige vrouw om een afspraak te maken voor een huisbezoek. Haar huisarts
heeft me gevraagd om dat te doen omdat mevrouw ernstig nierfunctie verlies
heeft. Aan de telefoon is ze voorzichtig. Waarom is het nodig dat ik kom? Wat
hebben nieren en eten met elkaar te maken? Hoe zou een dieet voor haar eruit
komen te zien? Ze vertelt dat ze dol is op zout. ‘Ik eet liever lekker en ga
gewoon een jaar eerder dood’ zegt ze tegen me.
Dat hoor ik
vaker. Van bijvoorbeeld mensen met hart- en vaatziekten of diabetes. Dat zijn
namelijk aandoeningen waarvan mensen niet altijd of zelfs helemaal geen
klachten hebben. Ze zeggen dan ook weleens tegen mij: ‘het lijkt wel of ik het
niet heb. Ik merk er niets van’. En juist dat maakt het soms moeilijk om
gemotiveerd te zijn je gedrag te veranderen. Daarnaast worden mensen soms al
behandeld met medicatie om de bloeddruk, het cholesterolgehalte of de
bloedglucosewaarden laag te houden. ‘Ik heb geen hoge bloeddruk’ zeggen
cliënten dan. Dat klopt op dat moment natuurlijk ook, maar voor artsen en
diëtisten betekent medicatiegebruik om de bloeddruk laag te houden wel degelijk
dat iemand een hoge bloeddruk heeft (dat zou die persoon zonder medicatie
namelijk wél hebben).
Het niet als
vervelend ervaren om een ziekte te hebben, kortom, motiveert dus niet. Wat ook
niet motiveert, is dat bescherming van hart en bloedvaten (of dat nou vanwege
bloeddruk, hoog cholesterol of diabetes is) iets is wat op lange termijn geldt.
Schade aan bloedvaten loop je in de regel niet op binnen een paar jaar. Maar langdurig
hoge bloeddruk levert vaatschade op. Dat heeft als gevolg dat de nierfunctie
achteruit gaat, dat bloedvaten hun elasticiteit verliezen, stug worden en
daardoor eerder uitrekken (aneurisma), de hartkamer vergroot (verminderde
pompfunctie van het hart).
Langdurig te
hoge bloedglucosewaarden kan ervoor zorgen dat mensen hun zicht langzaamaan
verliezen door schade aan de ogen (retinopathie), er eerder problemen ontstaan
aan hart- en bloedvaten (hoge bloeddruk, hartinfarct, beroerte), dat de
nierfunctie achteruit gaat (nefropathie), dat zenuwen beschadigd raken
(neuropathie), dat het gevoel in de voeten verdwijnt waardoor wondjes niet
opgemerkt worden en ontstekingen eerder kans hebben tot groter uit te groeien
(diabetische voet), en dat er maagklachten ontstaan (een vertraagde
maagontlediging).
Als diëtist
probeer ik mensen uit te leggen waarom het zo belangrijk is om de ziekte te
onderkennen, er zo goed mogelijk mee om te gaan door grip op de ziekte te
krijgen. Dan is de kans op complicaties kleiner of worden ze uitgesteld. Een
jaar eerder doodgaan doordat je een ziekte hebt is mogelijk. Maar als je je chronische ziekte negeert is de kans op
complicaties heel groot. Hoe leef je als je wél die complicaties
krijgt dan de laatste 2 of 5 of 10 jaar? Door de kans op complicaties te
verkleinen is de kwaliteit van leven veel hoger.