In Sir Edmund, bijlage van De Volkskrant van 3 januari lees ik een artikel over hoe meer bewegen bij veel mensen leidt tot gewichtstoename in plaats van afvallen. En dat het zelfs zo is dat het aantal fitness centra in de afgelopen 20 jaar is verdubbeld, maar dat dat eveneens geldt voor het aantal mensen met overgewicht in Nederland: van een derde naar ruim de helft.
In het artikel wordt aandacht besteed aan de redenen hiervoor. Want het is juist de verwachting dat mensen door meer bewegen afvallen, of tenminste hun gewicht handhaven en niet aankomen. De eerste reden die wordt genoemd is dat mensen hun energieverbruik tijdens het sporten enorm overschatten. Mensen denken na 20 minuten flink zweten en zwoegen op een loopband dat ze zeker 800 calorieën verbrand hebben. In werkelijkheid is dat zo’n 200 calorieën. Als je een pakje sultana eet en een glas sinaasappelsap drinkt, dan heb je daarmee al 260 calorieën binnen. En als mensen vinden dat ze flink hebben gesport en het idee hebben veel calorieën verbrand te hebben dan eten ze makkelijker een beetje extra.
Wat hierin niet wordt genoemd maar wat ik zelf wel een heel grappig aspect vond bij eten gerelateerd aan sporten is het effect van plezier in bewegen. Ik schreef daar al eerder een blog over. Op mijn spreekuur merk ik namelijk vaak dat mensen het sporten eigenlijk helemaal niet zo leuk vinden. En als je iets doet wat je niet leuk vindt, dan heb je al gauw het idee dat daar wel een beloning tegenover mag staan: eten! Als mensen plezier hebben in bewegen en sport voelt het niet als opgave en hebben zij er geen beloning bij nodig. Het sporten zelf geeft voldoening.
Zelf leg ik het zo uit aan mijn cliënten op het spreekuur: wij mensen zijn gemaakt om te bewegen. Het is voor ons heel natuurlijk om in beweging te zijn. Ons totale energiegebruik op een dag is gebaseerd op ons energiegebruik in rust (basaalstofwisseling); energie voor bijvoorbeeld ademhalen, op temperatuur blijven, het genezen van wondjes en het groeien van haar en nagels. De basaalstofwisseling zorgt voor twee-derde van het dagelijkse energiegebruik. Daarnaast gebruiken we energie voor activiteiten. Je kunt je voorstellen dat als de basaalstofwisseling al twee-derde van ons energie gebruik opeist, dat dan het aandeel van activiteiten relatief klein is.
Daarnaast is het uit het oogpunt van biologie, voortbestaan van de soort en evolutie niet logisch dat wij heel grote hoeveelheden energie (calorieën) verbranden bij bewegen. Dat zou voor mensen die hun eten niet zomaar uit de supermarkt om de hoek kunnen halen desastreus zijn. Denk aan onze (overgroot-)opa’s en oma’s die op het land moesten werken, moesten tillen en sjouwen, de hele dag in touw moesten zijn om hun voorraadkast, eettafel, bord, maag te kunnen vullen. En in heel veel landen werkt het nog steeds zo. Ons lichaam gaat daarom hele zuinig om met energie. Lichaamsbeweging en sport leidt (meestal) niet tot afvallen, maar houdt ons gezond en fit.