In Amerika kun je als toerist op heel diverse manieren zo’n
park verkennen. Die zijn vaak enorm uitgestrekt. Yellowstone, een van de
bekendste parken die wij deze keer bezochten is 9000 km2 groot. Je kunt er met
de auto doorheen rijden en op parkeerplaatsen of uitkijkpunten uitstappen en
foto’s maken. Van bergen, besneeuwde gletsjers, watervallen, warm water geisers
(het is een vulkanisch gebied), kuddes bizons, elanden, herten. Van beren, roofvogels,
zonsondergangen.
Je kunt er ook trails
lopen. Dat zijn wandelpaden in zeer verschillende gradaties van moeilijkheid.
Dat begint lekker Amerikaans met volledig geasfalteerde paden, of boardwalks; plankierpaden. Het kan ook
een natuurpad zijn van harde grond of kiezels. Het meest avontuurlijke en
extreme zijn de paden die bijna niet als zodanig herkenbaar zijn: dan ga je
over rotsen, moet je snelstromende beekjes oversteken, klimmen, klauteren, berg op en berg af. Bij
elke trail staat aangegeven welke
afstand en hoe moeilijk het is. Ontzettend leuk vind ik het om een urenlange
uitdagende wandeling (hike) te kiezen
om zoveel mogelijk natuur in de meest natuurlijke staat te zien.
In South Dakota komen we bij Mount Rushmore. Super
toeristisch, maar dit willen we natuurlijk ook gezien hebben. Mount Rushmore
wordt jaarlijks door bijna 3 miljoen (!) mensen bezocht. Het is een bergtop
waaruit 4 gezichten van presidenten van de Verenigde Staten zijn uitgehakt: George
Washington, Thomas Jefferson, Theodore Roosevelt en Abraham Lincoln. Zoals in
elk park is het rondom de ideale foto plekken, informatie centra en de
onvermijdelijke winkeltjes heel druk. Hoe verder je op de paden rondom het
monument loopt, hoe minder toeristen je tegenkomt. Bij de start van de trail bij Mount Rushmore staat dat het
een strenuous walk is; een wandeling
die flinke inspanning vereist. Dat schrikt de meeste mensen af. Ik vind het zó
jammer dat dat bordje er staat. Want het is gewoon een pad met veel
hoogteverschillen. Het pad is volledig geasfalteerd, heeft prachtige trappen om
naar boven en naar beneden te gaan. Iedereen zou dit kunnen lopen. Op eigen
tempo. Het bordje is ontmoedigend.
We leren die dag over de bedoeling van Mount Rushmore
(vrijheid is een sleutelwoord) en over hoe het gemaakt is. Tussen 1927 en 1941
is eraan gewerkt. We zien films over hoe het werd gemaakt. De verschillen
tussen de werkmannen van toen en het gros van de toeristen van nu kon niet overweldigender
zijn. Slanke fitte mannen die op grote hoogten klommen en werkten met zware
apparatuur tegenover landerige obese Amerikanen die rond drentelen langs de
uitkijkjes, die strenuous walks
vermijden. Ik denk dat het misschien beter (en zoveel leuker!) was geweest als
de bordjes bij het pad juist uitnodigend en een aanmoediging waren voor mensen
om het te bewandelen. Je kunt tenslotte altijd meer dan je denkt.