donderdag 6 augustus 2015

Glutenvrij

Of ik ook zo word bestookt door mensen die opeens glutenvrij willen eten, vraagt een huisarts aan mij. Nee, dat is niet zo. Maar ik lees er inderdaad wel heel veel over op social media, in mode- en leefstijl tijdschriften, zie steeds meer restaurants en eettentjes waar glutenvrij gegeten kan worden en de schappen in de supermarkten waar producten staan die vrij zijn van (gluten, tarwe, lactose, noem maar op), worden alleen maar groter. Op menu’s in restaurants kom ik de gekste dingen tegen. Glutenvrije yoghurt bijvoorbeeld. Terwijl gluten alleen in graanproducten voorkomen. Zuivel, kaas en vlees bevatten geen gluten.


In NRC las ik een hilarisch artikel van Bo van Houwelingen en Caroline van Keeken over hoe McDonalds het aanpakte om de nieuwe glutenvrije producten in hun restaurants aan te kondigen tijdens een persconferentie.   “Dit is Ab”, zegt ze [McDonalds communicatiedeskundige] over een man naast haar aan tafel. Hij staat op en voegt zich bij haar. “Ab heeft een glutenallergie en kon daarom nooit bij McDonald’s eten met zijn kleinkinderen.” Ab knikt weer. Nu wat treurig. “Dat vonden wij zo sneu. En voor alle anderen met een glutenallergie natuurlijk, die geen hamburger konden eten. Daarom ontwikkelden we dit nieuwe broodje, samen met de Nederlandse Coeliakie Vereniging.” Het artikel eindigt ermee dat Ab zegt dat hij toch al bij McDonalds kon eten, namelijk friet en salade.


Nu heeft deze meneer coeliakie. Dat betekent dat hij inderdaad geen gluten kan verdragen. Maar de groep die echt een voedselallergie heeft is klein:  slechts 2-3% van de bevolking kan bijvoorbeeld geen pinda's, lactose of gluten verdragen. Steeds meer mensen kiezen er zelf voor om geen gluten te eten, of om ze minder te eten. Maar waarom hebben gluten zo’n slechte reputatie gekregen?



In De Volkskrant las ik een artikel daarover. In het artikel werden de termen placebo en nocebo uitgelegd. Placebo ken ik wel: het effect van bijvoorbeeld een pilletje tegen een bepaalde kwaal, maar waarbij het pilletje geen werkzame stof bevat. Door alleen al het slikken van het pilletje door mensen met bepaalde klachten, kan het voor hen als medicijn voelen; hun klachten worden werkelijk minder.

Dan is er nocebo. Dat betekent dat er bijvoorbeeld aan een groep mensen wordt verteld dat zij klachten kunnen gaan ervaren van een bepaalde behandeling of medicijn. Geef tien proefpersonen een suikerpilletje met de mededeling dat het een braakmiddel is, en acht gaan daadwerkelijk spugen. Dat is in essentie de betekenis van nocebo. Negatieve verwachtingen kunnen dus schaden. Hoe dit werkt, is nog onduidelijk.

Maar het weglaten van gluten uit de voeding geeft voor veel mensen het gevoel dat zij iets schadelijks weglaten en daardoor voelen zij minder misselijkheid, buikpijn, moeheid. En het idee dat er gluten in de voeding zitten, geeft hen klachten, ook al zijn ze er niet overgevoelig voor.

De voedingsindustrie speelt hierop in. Elke hype levert geld op. Er zit een miljoenenindustrie achter. Michael Specter schreef in The New Yorker in 2015 al dat in 2016 de verkoop van glutenvrije producten 15 miljard dollar zou overschrijden, dit is twee keer zoveel als in 2010. Met name zij hebben er dus baat bij dat mensen hierin blijven geloven.