woensdag 20 juli 2016

Pokémon Go


Ik ben nog op vakantie als ik op sociale media van alles lees over een nieuw spel: Pokemon Go. Het eerste wat ik erover lees op Twitter is een bericht van het AMC: “Er is een zieke pokémon in het AMC - wij zullen goed voor ‘m zorgen. We stellen het op prijs als je ‘m niet bezoekt.” Wat een raar bericht, denk ik dan nog. Ik zoek er wat over op en ontdek dat het een spel is wat je kunt spelen via een app op je telefoon. Het gaat om het vangen van Pokémon(figuurtjes) die je op je pad tegenkomt. Het blijkt een spel te zijn wat heel veel mensen leuk vinden en wat massaal omarmt is. Omdat ik zelf niet zo’n spelletjes-persoon ben, denk ik er verder niet meer zo over na.

Dan zit ik na een lange vlucht met mijn koffers in de trein op weg naar huis. Er zitten mensen in de trein die praten over Pokémon Go. Ik zit er heel duf bij met mijn jetlag en hoor het verhaal zo’n beetje half aan. Ze geven elkaar tips hoe het werkt, wat een goede aanpak is en praten over hoe leuk ze het vinden. Ik zie dat het mensen zijn die elkaar niet kenden. Het spelen van dit spel is dus verbindend. Dan hoor ik de ene persoon tegen de anderen zeggen: in het weekend deed ik nooit zoveel, ik liep hooguit een kilometer. Maar nu ik verslaafd ben aan dit spel, loop ik elk weekend zéker 10 kilometer! Dat is grappig om te horen. Want meestal zorgen spelletjes in apps juist voor mínder beweging.

Eenmaal thuis lees ik steeds meer over Pokemon Go. En het zijn vooral leuke berichten. An animal shelter in Muncie, Indiana, is using Pokémon Go madness to get players to volunteer to walk dogs at the shelter. En: Kids addicted to Pokémon Go are helping a local animal shelter by walking dog

In De Volkskrant lees ik over jongeren met autisme: “Naar buiten gaan, bewegen, met vreemden praten: drie dingen die mensen met autisme niet graag doen, maar die hen met Pokémon Go ineens een stuk beter afgaan. Herman (27, autisme, naam bekend bij de redactie). 'Ik praat niet met mensen die ik niet ken. Nooit. Maar sinds anderhalve week stap ik zelfs op een groep vreemden af. Dan vraag ik gewoon: zit er nog wat in de buurt?'

Dan zegt mijn vriend, die altijd graag van alles uitprobeert op gebied van (sociale) media, spellen en nieuwe hypes die interessant genoeg (voor hem) zijn, dat hij het ook gaat proberen. Ik wil weleens weten hoe het werkt en of het leuk is. De avond erna besluit ik mee te gaan. Hij speelt het spel en ik wandel mee voor de gezelligheid. En vooruit, ook uit nieuwsgierigheid. We komen heel veel mensen tegen die met hun telefoon in hun hand aan het lopen zijn. “Zij spelen het ook allemaal” zegt mijn vriend zachtjes. Leuk om te zien! Al die mensen op de been met een spel. Dit wordt een zomer vól beweging.