donderdag 15 juni 2017

Nee


“Overdag gaat het wel goed, maar ’s avonds ga ik echt in de fout.” Ik hoor dit heel vaak op het spreekuur. Ook het einde van de middag, een uurtje voor het avond eten, is een berucht moment. Hoe komt het, dat het overdag zo goed lukt om je aan je voornemens en afspraken te houden als het gaat om eten, maar dat dat later op de dag niet meer lukt?


  1. Overdag ben je bezig, heb je vaste eetmomenten, is er een duidelijke structuur. Met name door de weeks is dit zo. In het weekend merken alweer meer mensen dat het lastig is om structuur en regelmaat in hun eetpatroon te houden. Vaste eetmomenten helpen om minder te snacken en te snaaien.
  2. Hoe vaak kan een mens nee zeggen op een dag?! Als je de hele tijd bezig bent met eten afslaan (de snoeppot op het werk waar je de hele dag tegenaan kijkt of op z’n minst acht keer langsloopt, de traktatie van een collega, alle verleidingen op het station onderweg naar huis, de blokjes kaas die in de supermarkt staan om te proeven: overal om ons heen is eten), kun je je voorstellen dat je aan het einde van de dag zwicht als je al minstens 30 keer nee tegen jezelf hebt gezegd. Beperk het aantal momenten dat je in aanraking komt met verleidingen. Zet de snoeppot op het werk in een  dichte kast, sla het koffie momentje een keer over als er getrakteerd wordt of neem zelf een stuk fruit mee, neem de tunnel onder het station in plaats van door de stationshal te lopen, ga geen boodschappen doen als je honger hebt, haal minder verleidingen in huis.
  3. Het aantal keer dat je nee kunt zeggen wordt ook beïnvloed door je energieniveau. Het is niet voor niets dat het vaker in de avond misgaat dan overdag, dan ben je namelijk ook moe. Ga op tijd naar bed. Eet nog wat fruit of yoghurt als je trek hebt in de avond. Blijf niet bankhangen en lusteloos voor de tv (of een ander beeldscherm) zitten, maar zorg dat je uitgerust bent.
  4. Je gemoedstoestand speelt ook een rol bij nee zeggen. Stress, spanningen, onrust zijn vaak aanleidingen om meer te gaan eten. Bedenk wat ervoor nodig is om de stress te reduceren. Dat kan betekenen een andere agendaplanning op je werk, meer rust inbouwen op je werkplek, betere balans zoeken tussen werk en privé, anderen meer om hulp vragen, een klankbord voor je zorgen vinden, voldoende tijd maken voor lichaamsbeweging wat ontspannend werkt.
  5. Laat je directe omgeving je helpen. Als je in de avond wordt omringd door je gezinsleden zie zakken chips naast je opentrekken, pakken koek leeg zitten te eten, dan is het natuurlijk bijna ondoenlijk om zelf wel dat appeltje te gaan eten. Maak duidelijk afspraken en laat weten hoe belangrijk het voor je is dat zij je steunen. Ook met buren, familie en vrienden zijn zulke dingen wel bespreekbaar. Je zult zien dat je niet de enige bent die een verandering in leefstijl zou willen.