donderdag 24 oktober 2013

De knop om

Op mijn spreekuur kwam een 42-jarige vrouw met obesitas en verstoorde glucosetolerantie (het voorstadium van diabetes). Ze was in het afgelopen jaar bezig geweest met het veranderen van haar leefstijl, vertelde ze. Gestopt met roken en meer gaan bewegen. Maar ze voelde zich nog helemaal niet beter. Ze was in dat jaar 10 kg aangekomen. Dat was deels door het stoppen met roken en deels omdat ze veel spanningen had in de thuissituatie. Voorheen ging ze met spanningen roken en vaak ook meer snoepen. Nu ze gestopt was met roken, was haar manier om met spanningen om te gaan alleen nog méér snoepen.
Het was duidelijk dat ze wilde afvallen. Hierdoor zou ze zich beter gaan voelen (daar zat ze al een jaar op te wachten) en het zou ook haar bloedglucosewaarden verbeteren. ‘Ik wil stabiliteit, regelmaat, structuur in mijn eetpatroon. Ik wil terug naar de basis en minder snoepen’. Ze kon dus goed aangeven wat ze wilde, maar ze zei ook dat ze niet begreep waarom het niet lukte om te veranderen. ‘Ik heb bijna morbide obesitas, rugklachten, gewrichtsklachten en zit op randje diabetes. Het is een noodzaak dat ik nu wat ga veranderen. Ik wil zo graag dat die knop omgaat, hoeveel signalen van mijn lichaam heb ik nodig voordat dat gebeurt?!’
Dat hoor ik wel vaker: de knop moet om. Mensen bedoelen daarmee dat ze meer grip hebben op hun eetgedrag, hun eetpatroon daadwerkelijk omgooien en dat het hen relatief weinig moeite kost. Mensen die een dieet volgen of gevolgd hebben, zullen dit herkennen. Wat het in werkelijkheid betekent is volgens mij dat mensen klaar zijn voor verandering. En dat het daarom ook lukt om te veranderen. Ik denk niet dat het helpt om te wachten tot het moment er is dat ‘de knop omgaat’ maar dat je zelf die knop kunt omzetten door jezelf goed voor te bereiden.
Dat voorbereiden begint bij te bedenken wat je wilt veranderen en wat er voor nodig is om dat te kunnen doen. Dat kan betekenen dat je een week vooraf bedenkt wat je wilt gaan eten, welke boodschappen je daarvoor in huis moet halen, en dus het maken van een goed boodschappenlijstje. Ook moet je bedenken wanneer je gaat koken, hoeveel tijd je daarvoor hebt. Misschien kook je op de dag zelf of misschien al een dag eerder zodat het op drukke dagen al voor je klaarstaat.
Deze voorbereiding geldt natuurlijk niet alleen voor de warme maaltijd, maar ook voor ontbijt en lunch. Ga je zonder ontbijt de deur uit, dan is snoepen later op de dag eerder een valkuil. Je kunt ervoor kiezen een snel ontbijt te nemen of om iets eerder op te staan. Rijst meteen de vraag: ga je op tijd naar bed? Voel je  je ’s morgens uitgerust dan lukt ontbijt maken en eten veel beter dan wanneer je moe bent. Kies je voor de lunch iets uit de kantine van het werk, of neem je een lunchtrommel mee met volkorenbrood, weinig en mager beleg, aangevuld met groenten en fruit….  ga zo maar door.
Ik denk dat het gezegde klopt: voorbereiding is het halve werk.