Ik heb mijn
spreekuren in gezondheidscentra. Vaak zijn er in deze praktijken ook
co-assistenten. Afgelopen week vroeg een co-assistent of ze een middag mocht
meekijken met mijn spreekuur.
Op het
spreekuur waar ze meekijkt, komen die dag 4 mensen met ondergewicht en
ondervoeding. Ze hebben allemaal een eigen verhaal, een andere achtergrond en
hun leeftijden variëren ook sterk: 10, 15, 28 en 42 jaar. Drie mannen, een
vrouw.
Het
jongetje van 10 is door zijn ouders verwaarloosd en is door Bureau Jeugdzorg
uit huis geplaatst. Hij verblijft nu grotendeels in een pleeggezin en hij komt
met zijn pleegmoeder voor de derde keer naar het spreekuur. Hen geef ik
voorbeelden van eten dat makkelijk te kauwen en te slikken is, de keuze voor
volle produkten in plaats van mager en halfvol. Ook praat ik over het starten
met dieetvoeding, want de gewenste gewichtstoename lukt tot dusver niet zo
goed.
De jongen
van 15 komt met zijn moeder. Ze vertellen dat hij de afgelopen tijd veel
spanningen heeft gehad en dat hij veel last heeft van een vol gevoel en
misselijkheid. Hierdoor eet hij met moeite broodmaaltijden en slaat hij de
warme maaltijd al langere tijd over. Met hen bespreek ik kleine, frequente
maaltijden, zijn brood dikker besmeren en beleggen, minder water drinken en
vaker kiezen voor dranken met een voedingswaarde zoals zuivel en
vruchtensappen. Ook raad ik hem aan weer kleine beetjes van de warme maaltijd
te nemen om dit op te bouwen.
De man van
28 komt voor de eerste keer. Hij vertelt dat hij last heeft van refluxklachten:
zijn eten blijft niet in de maag maar komt makkelijk omhoog waardoor hij vaak
braakt. Daarom is hij zichzelf gaan beperken in wat en hoeveel hij eet. Om te
zorgen dat wat hij eet, ook binnenblijft. Hij eet op dit moment ongeveer een
kwart van wat hij eigenlijk nodig heeft en bijzonder eenzijdig uit angst voor
braken. Hierdoor heeft hij een groot tekort aan vitamines. Hij is erg moe,
futloos, voelt zich slecht, kan zich weinig inspannen. We praten over het
opbouwen van een gezonde voeding, nieuwe dingen uitproberen, over welke
vitamines in welk voedsel zitten.
Daarna komt
de 42-jarige vrouw. Ze vertelt dat ze in het afgelopen jaar veel is gaan
sporten. Ze voelt zich goed, maar ze is door het sporten veel afgevallen.
Zoveel, dat ze nu op de grens zit van ondergewicht en gezond gewicht. Ze zou
graag een paar kilo willen aankomen. Ze vraagt zich af hoe ze dit het best kan
aanpakken. We praten over sport en voeding, koolhydraten en eiwitten en de
functies van deze voedingsstoffen in het lichaam.
De
co-assistent vertelt later dat ze het heel erg leuk vond om mee te kijken.
Hoewel ze wist dat er op het spreekuur niet alleen maar dikke mensen komen, had
ze niet voorzien hoe de gesprekken zouden lopen. Tijd nemen voor het gesprek,
doorvragen naar hoe en waarom. Iedere patiënt is anders en vraagt om een andere
aanpak. Ik hoop dat deze middag haar bijblijft. Straks is ook zij een verwijzer.