woensdag 19 maart 2014

(op)voeding

Ik lees deze week een tweet van Jaap Seidell: ‘Grote variatie in effect van leefstijlprogramma's op lichaamsgewicht. Succesfactoren blijven echter onbekend.’ Jaap Seidell is hoogleraar Voeding en Gezondheid aan VU medisch centrum in Amsterdam. Daarnaast is hij wetenschappelijk directeur van het Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle (OPOZ) en voorzitter van het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON). Een echte zwaargewicht dus op gebied van voeding, om maar meteen een woordgrapje te maken.

Ik geef zelf al jaren leefstijlprogramma’s aan kinderen met overgewicht en aan kinderen met obesitas én hun ouders. Ook ik zie grote variaties in effect tijdens en na het volgen van zo’n programma. De programma’s waarvan ik een onderdeel ben, hebben wij in Utrecht gesplitst. We hebben een onderscheid gemaakt tussen de behandeling van kinderen met overgewicht en kinderen met obesitas. Bij allebei de programma’s is een onderdeel sport en beweging, een pedagoog of psycholoog en een diëtist betrokken.

Succesfactoren die ik tegenkom hebben vooral te maken met de directe omgeving van het kind: de ouders. Natuurlijk is het belangrijk dat zij gemotiveerd zijn en gewichtsverlies voor hun kind willen bereiken, maar daarnaast moeten zij inzien dat dit betekent dat zij samen met hun kind gedrag, gewoontes en leefstijl moeten veranderen. Dat lijkt misschien voor de hand liggend, maar is het helaas niet. Veel ouders zeggen tegen mij dat ze vinden dat ze al vaak hebben gezegd dat hun kind minder moet snoepen en minder moet eten, maar dat hij/zij nu wel groot genoeg is om het zelf te doen. Dat gaat dan over kinderen tussen 8 en 12 jaar. Laatst was er zelfs een moeder die klaagde dat haar 6-jarige zoon alleen maar fastfood at. Dat ze hem overigens zelf voorzette, want iets anders lustte hij niet, zei ze. En ze vond het zo zielig als hij niets te eten had.

Overgewicht ontstaat door teveel eten. Dat kan gezond eten zijn, dat kan ook ongezond eten, óf teveel zoete dranken óf teveel tussendoortjes zijn. In de gesprekken met de ouders en deels met de kinderen proberen we er samen achter te komen waar het grootste probleem zit. Gezond eten, het klinkt zo makkelijk maar het is erg ingewikkeld. Wanneer is iets gezond of ongezond en wanneer is het genoeg of teveel?

De reden dat we in de leefstijlprogramma’s samen met een pedagoog of psycholoog werken, is dat voeding en opvoeding heel dicht bij elkaar liggen. Je kunt heel goed weten wat gezond eten is, maar als het ouders vervolgens niet lukt om dat erin te krijgen bij hun kind, dan schiet je er niets mee op. Of als ouders het moeilijk vinden om nee te zeggen tegen hun kind, dan is het ook heel lastig om daarin je gedrag te veranderen.

Een succesfactor in leefstijlprogramma’s zou naar mijn mening goede ondersteuning bij opvoeding zijn. Naar de diëtist gaan is voor mensen een hele stap, naar opvoedondersteuning gaan is dat ook. Opvoeden is niet makkelijk maar is iets wat je kunt leren en waarin je beter kunt worden.