Ik lees deze week een tweet van Jaap Seidell:
‘Grote variatie in effect van leefstijlprogramma's op lichaamsgewicht.
Succesfactoren blijven echter onbekend.’ Jaap Seidell is hoogleraar
Voeding en Gezondheid aan VU medisch centrum in Amsterdam.
Daarnaast is hij wetenschappelijk directeur van het Onderzoekscentrum
Preventie Overgewicht Zwolle (OPOZ) en voorzitter van het Partnerschap
Overgewicht Nederland (PON). Een echte zwaargewicht dus op gebied van
voeding, om maar meteen een woordgrapje te maken.
Ik geef zelf al jaren leefstijlprogramma’s aan
kinderen met overgewicht en aan kinderen met obesitas én hun ouders. Ook
ik zie grote variaties in effect tijdens en na het volgen van zo’n
programma. De programma’s waarvan ik een onderdeel
ben, hebben wij in Utrecht gesplitst. We hebben een onderscheid gemaakt
tussen de behandeling van kinderen met overgewicht en kinderen met
obesitas. Bij allebei de programma’s is een onderdeel sport en beweging,
een pedagoog of psycholoog en een diëtist betrokken.
Succesfactoren die ik tegenkom hebben vooral te
maken met de directe omgeving van het kind: de ouders. Natuurlijk is het
belangrijk dat zij gemotiveerd zijn en gewichtsverlies voor hun kind
willen bereiken, maar daarnaast moeten zij inzien
dat dit betekent dat zij samen met hun kind gedrag, gewoontes en
leefstijl moeten veranderen. Dat lijkt misschien voor de hand liggend,
maar is het helaas niet. Veel ouders zeggen tegen mij dat ze vinden dat
ze al vaak hebben gezegd dat hun kind minder moet
snoepen en minder moet eten, maar dat hij/zij nu wel groot genoeg is om
het zelf te doen. Dat gaat dan over kinderen tussen 8 en 12 jaar.
Laatst was er zelfs een moeder die klaagde dat haar 6-jarige zoon alleen
maar fastfood at. Dat ze hem overigens zelf voorzette,
want iets anders lustte hij niet, zei ze. En ze vond het zo zielig als
hij niets te eten had.
Overgewicht ontstaat door teveel eten. Dat kan
gezond eten zijn, dat kan ook ongezond eten, óf teveel zoete dranken óf
teveel tussendoortjes zijn. In de gesprekken met de ouders en deels met
de kinderen proberen we er samen achter te komen
waar het grootste probleem zit. Gezond eten, het klinkt zo makkelijk
maar het is erg ingewikkeld. Wanneer is iets gezond of ongezond en
wanneer is het genoeg of teveel?
De reden dat we in de leefstijlprogramma’s samen
met een pedagoog of psycholoog werken, is dat voeding en opvoeding heel
dicht bij elkaar liggen. Je kunt heel goed weten wat gezond eten is,
maar als het ouders vervolgens niet lukt om dat
erin te krijgen bij hun kind, dan schiet je er niets mee op. Of als
ouders het moeilijk vinden om nee te zeggen tegen hun kind, dan is het
ook heel lastig om daarin je gedrag te veranderen.
Een succesfactor in leefstijlprogramma’s zou
naar mijn mening goede ondersteuning bij opvoeding zijn. Naar de diëtist
gaan is voor mensen een hele stap, naar opvoedondersteuning gaan is dat
ook. Opvoeden is niet makkelijk maar is iets wat
je kunt leren en waarin je beter kunt worden.