Ik sta in
mijn sportschool op de stairmaster als er 2 vrouwen naast me op het
schaatsapparaat stappen. Ik schat dat ze halverwege de 40 zijn. Ze beginnen te
schaatsen en te praten. Ze hebben het erover hoeveel calorieën een warme
maaltijd zou bevatten. Ze denken rond de 1000. En hoe lang ze dan moeten
blijven schaatsen om die te verbranden. Ze denken anderhalf uur. Ik vind het
wel grappig om ernaar te luisteren. Na twee-en-halve minuut geven ze het op en
gaan ze op een ander fitnessapparaat zitten kletsen.
In The New
York Times las ik deze week een artikel dat ging over het overschatten van de
mate van lichaamsbeweging. In het artikel wordt benoemd dat in Amerika een norm
voor gezond bewegen is. De norm is 150 minuten per week matig intensief bewegen
of 75 minuten intensief bewegen per week. In Nederland hebben we ook een norm
gezond bewegen: tenminste op 5 dagen per week 30 minuten matig intensief
bewegen, en bij voorkeur elke dag. Daarnaast is er ook een fitnorm. Deze
vereist tenminste drie keer per week gedurende minimaal 20 minuten zwaar
intensieve lichamelijke activiteit. De fitnorm is vooral gericht op het
onderhouden van fysieke fitheid (uithoudingsvermogen, kracht en
coördinatievermogen).
In het artikel werd beschreven dat juist de term matig
intensief bewegen niet duidelijk is voor mensen. Tijdens onderzoek dat werd
gedaan in Canada, waaraan 129 Canadezen deelnamen tussen 18 en 64 jaar, vroegen
de onderzoekers of de deelnemers wisten wat de norm gezond bewegen was. De
meesten wisten het niet. Toen het hen op papier is gegeven en ze het hadden
gelezen, vroegen de onderzoekers opnieuw of het ze duidelijk was en in hoeverre
ze zelf inschatten te kunnen voldoen aan deze norm of het misschien al deden.
Bijna iedereen zei dat ze het nu begrepen, dat ze ook dachten hieraan te kunnen
voldoen en sommigen zeiden inderdaad al te voldoen aan de norm.
De uitleg was de volgende: bij matig intensief bewegen gaat
de hartslag naar 64 – 76% van de maximale hartslag. Men kan nog praten, maar
niet zingen. Vervolgens werd van hen de maximale hartslag gemeten, en moesten
ze 3 minuten intensief, 3 minuten matig intensief en 3 minuten licht bewegen.
Daarna werd ze gevraagd om zelfstandig matig intensief te gaan bewegen.
Bij slechts 25% van de deelnemers kwam de hartslag bij deze
opdracht werkelijk in het gebied van matige intensiteit. De rest van de
deelnemers maakte gewoon een rustige wandeling. In het algemeen kan gesteld
worden dat mensen hun mate van lichaamsbeweging onderschatten.
Ik denk nog eens aan de dames op het schaatsapparaat in de
sportschool. Wat zouden zij zeggen als je hen zou vragen naar hun mate van lichaamsbeweging?
Zouden ze het goed inschatten? In ieder geval deden ze dat met het eten en
bewegen niet. Nog even de juiste antwoorden: een gezonde warme maaltijd bevat
tussen 500 en 600 kcal (zonder toetje). Als ze 1000 kcal hadden willen
verbranden op het schaatsapparaat hadden ze ruim 2 uur continu moeten
schaatsen.