Afgelopen
zaterdag was het wereld hypertensie dag. De dag van de hoge bloeddruk dus. Gemiddeld
heeft 31,4% van de Nederlanders van 30 tot en met 70 jaar hypertensie. Dat
betekent dat zij een bloeddruk hebben waarvan de bovendruk (systole) ≥ 140 mmHg
en/of de onderdruk (diastole) ≥ 90 mmHg en/of dat zij bloeddrukverlagende
medicatie gebruiken. Er zijn meer mannen met hypertensie en ook meer mensen met
hypertensie bij het opklimmen van de leeftijd.
Gisteren was ik voor een inloopspreekuur in het Gezondheidscentrum
Oog in Al. De apotheek had mij gevraagd om dit te doen als service naar hun
cliënten. Mensen konden op die manier vragen stellen aan mij over de relatie
tussen voeding en hun gezondheid(sproblemen). Inmiddels is dit het vierde jaar
dat we dit in het voorjaar doen en elk jaar kiezen we vooraf een thema. Dit
jaar was dat thema hypertensie.
Op deze ochtend kwamen er 9 mensen die vragen wilden stellen
en geïnteresseerd waren in wat het veranderen van hun voedingspatroon voor hen
zou kunnen doen bij hypertensie. En welke veranderingen dan nodig waren.
Alle mensen die ik zag (38-72 jaar) wisten stuk voor stuk te
benoemen dat zout een boosdoener was. De
meesten gaven aan te letten op de hoeveelheid zout die zij gebruikten bij het
klaarmaken van hun warme maaltijd.
Ik benoemde in het gesprek dat 80% van het zout dat
dagelijks wordt gegeten niet door onszelf in het eten is gedaan. Het zit er al
in doordat de fabrikant het eten smakelijker wil maken. Zout is namelijk en
smaakversterker of smaakmaker. De belangrijkste
bronnen van zout in de voeding zijn brood, vleesproducten en kaas. Ook zit er
veel zout in kant-en-klaarmaaltijden, pizza’s, soepen, sauzen en hartige
snacks. Zout zit niet alleen in eten waarbij het goed te proeven is, maar bijvoorbeeld
ook in roomijs, koekjes of gebak.
De mensen die dachten dat ze weinig
zout gebruikten, gaven aan wel bouillon(blokjes) te gebruiken, maggi,
aromatpoeder, ketjap. En natuurlijk kaas en vlees. Allemaal bronnen van zout.
Voor hen kwam het als verrassing dat ze juist veel zout bleken te eten, terwijl
ze dachten dat ze dat niet deden.
Afgelopen week las ik een stukje
over een onderzoek naar smaakwaardering van zout. Uit dat onderzoek kwam naar
voren dat juist mensen met een hoge bloeddruk zout eten het meest waarderen.
Vier groepen proefpersonen (dertigers, gezond en met hypertensie en ouderen,
gezond en met hypertensie) kregen 3 soorten brood te proeven: weinig zout,
normale hoeveelheid en erg zout brood. Jonge proefpersonen vonden het zoutarme
brood het lekkerst, ouderen vonden het zoute brood het lekkerst. In alle
groepen vonden de mensen met hypertensie het zoute brood het lekkerst. Dat
maakt veranderen van eetgewoonten extra moeilijk.
Ironisch genoeg werd in in de
apotheek vanuit de Unversiteit Utrecht een onderzoek gedaan naar verspilling
van medicatie. Hoewel het hier ging om het niet gebruiken en weggooien van
kwalitatief goede medicatie kon ik toch niet begrijpen hoe het dan kon dat ik
die ochtend doorlopend aan mensen had verteld hoe zij zelf hun bloeddruk konden
verlagen, terwijl ze nu allemaal (meerdere) medicijnen gebruikten voor hun
bloeddruk. Ook een vorm van verspilling lijkt me.