woensdag 15 april 2015

Ouderavond

Samen met een van mijn collega’s ben ik op een ouderavond op een basisschool in de wijk Overvecht. De school heeft een aantal jaar geleden besloten dat kinderen om 10 uur in de pauze alleen nog fruit mogen eten.  Ook de andere basisscholen in Overvecht en veel basisscholen in de stad hebben deze afspraak. Het heeft ertoe geleid dat kinderen beter zijn gaan ontbijten, beter opletten in de klas en dat gemiddeld de mate van overgewicht is gedaald in de wijk.

Deze keer gaat de ouderavond over water drinken op school. Het is de bedoeling dat de kinderen na de meivakantie geen pakjes drinken meer meenemen maar voortaan alleen  nog water drinken in de pauze om 10 uur en bij het overblijven op school. Deze stap is door school uitgebreid besproken met Volksgezondheid (de voormalige GG&GD) en daarna zijn de ouders en de kinderen erover geïnformeerd.
En nu is er deze ouderavond, bedoeld om in gesprek te gaan met de ouders hierover onder leiding van 2 diëtisten: mijn collega en ik. We doen dit regelmatig; aansluiten op scholen bij koffie-ochtenden en ouderavonden om te praten over gezonde voeding voor de kinderen. De school vindt het vaak fijn begeleid te worden in dir proces van verandering door Volksgezondheid, die samenwerkt met ons diëtisten.
Zoals bij elke verandering zijn er voorstanders en tegenstanders. Omdat de opkomst groot is, 30 ouders en daarnaast bijna alle leerkrachten van de school, hebben we besloten een centrale opening te doen en daarna de groep te splitsen in twee, zodat bij elke groep een diëtist is.
Ik begin door aan de ouders te vragen hoeveel kinderen ze hebben en in welke groep ze op school zitten. De schoolleiding heeft me verteld dat er op de Voorschool (waar kinderen zitten in de leeftijd van twee en half tot 4 jaar) al langere tijd water wordt gedronken. Zij zijn het dus al gewend. Ik vraag of er op school en thuis door de kinderen al water wordt gedronken. En hoe zit het met de ouders zelf, drinken zij ook water? Ik leg uit dat kinderen leren door hun voorbeelden (ouders, broer, zussen, en directe omgeving) na te doen. En dat het daardoor heel fijn is als er in het gezin water wordt gedronken. Veel ouders geven aan dat zij dat doen.
En dan vertel ik dat het heel fijn is als de school ook zo’n omgeving wordt waar iedereen hetzelfde doet. Geen uitzonderingen, geen ‘oneerlijkheid’ maar allemaal gelijk. Dat maakt het makkelijker, ondanks dat het in het begin wennen is. Voorstanders en tegenstanders vinden elkaar in het feit dat elke ouder het beste wil voor zijn kind. Ik vertel hoeveel vocht een kind per dag nodig heeft: ongeveer 6 bekertjes, en ik vraag aan de ouders hoe zij die 6 bekertjes zouden vullen. Uiteindelijk komen we uit op 2x (soya)melk, karnemelk of yoghurt, 3x water of thee en 1x een zoet drankje. Bij het naar huis gaan zeggen ze blij te zijn met het besluit van de school water te gaan drinken.