Deze keer gaat de ouderavond over water drinken op school.
Het is de bedoeling dat de kinderen na de meivakantie geen pakjes drinken meer
meenemen maar voortaan alleen nog water
drinken in de pauze om 10 uur en bij het overblijven op school. Deze stap is
door school uitgebreid besproken met Volksgezondheid (de voormalige GG&GD)
en daarna zijn de ouders en de kinderen erover geïnformeerd.
En nu is er deze ouderavond, bedoeld om in gesprek te gaan
met de ouders hierover onder leiding van 2 diëtisten: mijn collega en ik. We
doen dit regelmatig; aansluiten op scholen bij koffie-ochtenden en ouderavonden
om te praten over gezonde voeding voor de kinderen. De school vindt het vaak fijn
begeleid te worden in dir proces van verandering door Volksgezondheid, die samenwerkt
met ons diëtisten.
Zoals bij elke verandering zijn er voorstanders en
tegenstanders. Omdat de opkomst groot is, 30 ouders en daarnaast bijna alle
leerkrachten van de school, hebben we besloten een centrale opening te doen en
daarna de groep te splitsen in twee, zodat bij elke groep een diëtist is.
Ik begin door aan de ouders te vragen hoeveel kinderen ze
hebben en in welke groep ze op school zitten. De schoolleiding heeft me verteld
dat er op de Voorschool (waar kinderen zitten in de leeftijd van twee en half
tot 4 jaar) al langere tijd water wordt gedronken. Zij zijn het dus al gewend. Ik
vraag of er op school en thuis door de kinderen al water wordt gedronken. En
hoe zit het met de ouders zelf, drinken zij ook water? Ik leg uit dat kinderen
leren door hun voorbeelden (ouders, broer, zussen, en directe omgeving) na te
doen. En dat het daardoor heel fijn is als er in het gezin water wordt
gedronken. Veel ouders geven aan dat zij dat doen.
En dan vertel ik dat het
heel fijn is als de school ook zo’n omgeving wordt waar iedereen hetzelfde doet.
Geen uitzonderingen, geen ‘oneerlijkheid’ maar allemaal gelijk. Dat maakt het
makkelijker, ondanks dat het in het begin wennen is. Voorstanders en
tegenstanders vinden elkaar in het feit dat elke ouder het beste wil voor zijn
kind. Ik vertel hoeveel vocht een kind per dag nodig heeft: ongeveer 6
bekertjes, en ik vraag aan de ouders hoe zij die 6 bekertjes zouden vullen.
Uiteindelijk komen we uit op 2x (soya)melk, karnemelk of yoghurt, 3x water of
thee en 1x een zoet drankje. Bij het naar huis gaan zeggen ze blij te zijn met
het besluit van de school water te gaan drinken.