donderdag 11 juni 2015

Troost

In De Volkskrant lees ik een artikel over troostrijk voedsel. Hoe het komt dat dat altijd vet en zoet is. Daarin wordt goed uitgelegd hoe het precies werkt in ons lichaam. Waarom we naar iets lekkers grijpen in plaats van iets gezonds in situaties waarin we ‘troost’ willen.
'De boosdoener is cortisol, het hormoon dat wordt aangemaakt bij stress. Het is bedoeld om het lijf na een stress-aanval weer tot rust te brengen, maar bij langdurige zorgen slaagt het lichaam er niet meer in om de productie te staken. En dat is beroerd want cortisol is een sloper. Waar zit de uit-knop? De oplossing wordt aangereikt door het hormoon zelf: cortisol activeert het beloningscentrum in de hersenen en dus gaan we op zoek naar iets plezierigs. Yoga bijvoorbeeld, een rondje hardlopen, seks, drugs. Of een slagroomtaart.
Al dat plezierigs leidt uiteindelijk tot een daling van de productie van cortisol. Het regelcentrum van de hersenen, de hypothalamus, speelt daarbij een sleutelrol. Bij stress maakt dat centrum het hormoon CRH aan, dat leidt tot de aanmaak van cortisol. Bij knaagdieren die onbeperkt vet en suiker mogen eten, wordt die stressroute gedempt, vertelt neurowetenschapper Susanne la Fleur (AMC).'

Minder stress door vet en zoet eten dus. Op het spreekuur praat ik vaak met cliënten over de redenen waarom zij gaan eten. De belangrijkste reden om te gaan eten zou eigenlijk honger moeten zijn. Ons lichaam gebruikt energie bij het bestaan, en daarom moet er ook energie (brandstof) in. Maar er zijn, in onze Westerse wereld waar eten in overvloed is, nog zoveel meer redenen om te eten: gewoonte, beleefdheid, gezelligheid, verveling, boosheid, spanning, stress, verdriet, tegenslag, teleurstelling, vreugde, blijdschap, iets te vieren, noem maar op.

Als cliënten het hebben over honger dan vertel ik hen dat ik daarbij een onderscheid maak tussen maaghonger en hoofdhonger. Maaghonger hebben we als we lang niets hebben gegeten. Onze maag is leeg, onze brandstof raakt op. Alle andere soorten van honger noemen we hoofdhonger. Dit te weten kan cliënten bewuster maken van hun eetgewoonten en eetgedrag. Het onderzoek wat in De Volkskrant is beschreven, zou je dus ook een vorm van hoofdhonger kunnen noemen. Het is ook een uitleg over waarom we doen wat we doen. Maar daarmee hebben cliënten er nog geen oplossing voor.
Ik probeer mijn cliënten altijd voor te houden we niet meer leven in een wereld waarin we alleen eten om ons lichaam te voeden. Dat het natuurlijk ook prima is om te eten bij gezelligheid, dat snoepen past in een normaal eetpatroon. Maar dat het een bewuste keuze moet zijn, een keuze is waar je achter staat en waarvan je achteraf geen spijt krijgt. En dat het erom gaat dat je ook iets kleins kunt nemen.
Grappig is dan ook het besluit van het Volkskrant artikel.  De belangrijkste les: troost-eten heeft snel resultaat. Chocola mag dan een vorm van zelfmedicatie zijn, maar die hele doos hoeft echt niet leeg. Een klein stukje is genoeg om de stress van de dag te dempen.

*******************************************************
Vind je het leuk om mijn blogs te lezen? Deel ze dan met collega's en vrienden op Social Media.