donderdag 17 december 2015

Bijna Kerst!

Sinds begin oktober zeggen cliënten op het spreekuur over de feestdagen: ‘tja, het zal nu niet meevallen, de feestdagen komen er weer aan.’ Let wel, het duurt dan nog twee en halve maand voordat het echt zover is. Dat zegt al heel veel over de consumptie maatschappij waarin wij leven.

Verleiding door marketing
Hoe makkelijk en op hoeveel plekken worden we wel niet verleid worden om extra’s te kopen! In september liggen de pepernoten, chocolade letters en al het andere Sinterklaas snoepgoed al in de winkels. En vanaf 6 december kerstkransjes, kerstkoeken, kerst noem-het-maar-op.
De afgelopen weken is het reclameblok op tv minstens voor de helft gevuld met reclames over eten, gezelligheid (gekoppeld aan eten), speciaal eten voor de feestdagen, luxer eten, uitgebreider eten. Dat eten krijgt dan ook een andere benaming of etiket. En dan heet het Delicieux of Excellent. Daar zit een enorme marketing achter. Verpakkingen worden kleiner, krijgen een luxere uitstraling, hebben een matte afwerking in plaats van glanzend of juist andersom (afhankelijk van hoe het originele, doorsnee product normaalgesproken verpakt is). De plaats in de winkel wordt prominent, het product wordt aangekondigd in het (kook)tijdschrift van de winkel.
Eerste kerstdag
In The Telegraph lees ik dat Britten op eerste kerstdag zo’n 7000 calorieën naar binnen werken. Ter vergelijking: we hebben gemiddeld 2000 tot 2500 calorieen per dag nodig. In Nederland weet ik niet hoeveel we extra eten. Maar ik kan me voorstellen dat dat niet zoveel zal afwijken. Die hogere calorie inname begint eigenlijk al bij het ontbijt: croissantjes, luxe broodjes, kerstbrood, roomboter, meer beleg, luxer en uitgebreider beleg, (verse) vruchtensappen.

Koken, kokkerellen en tafelen
Gemiddeld besteden wij Nederlanders dagelijks 18 minuten aan koken. Tijdens de feestdagen willen we er best méér tijd aan besteden. Aan het bedenken, boodschappen doen, voorbereiden (snijden, mengen, mixen, marineren) en het koken zelf. En vergeet niet dat tijdens het koken veel geproefd en gesnoept wordt. Tijdens het koken wordt soms al meer dan 500 calorieën gesnoept en geproefd voordat het eten op tafel staat.
En dan zijn er tussen de maaltijden door nog alle snoeperijen en extra’s. Gebakjes, bonbons, chocolaatjes, kerstkransjes, slagroom, kaasjes, stokbroodje, nootjes, hapjes, en natuurlijk wijn, bier, likeur, sterke drank.

Boodschappenlijstje
Op het spreekuur bespreek ik met mijn cliënten dan ook het boodschappen doen. Probeer te zien waar en hoe je word verleid in de winkel om meer te kopen en andere dingen te kopen dan je van plan was. Bedenk vooraf wat je nodig hebt en welke hoeveelheden je nodig hebt. Maak een lijstje. Eigenlijk houden mensen altijd van alles over en eten ze niet alleen op de twee kerstdagen teveel maar ook in de dagen erna. Totdat ze aaneengesloten tot Oud & Nieuw een soort feestweek hebben.

Keuzes
Door er vooraf bij stil te staan, en keuzes te maken over wat je écht lekker vindt, waardeert en belangrijk vindt tijdens Kerst, kun je je calorie inname beperken, zonder dat dat vervelend voelt. Kortom, niet overal ja op zeggen maar ook niet alles hoeven weigeren. Bewust kiezen en eten dus. Vóór, tijdens en na de feestdagen.

donderdag 10 december 2015

Groenten

Koken is niet mijn hobby. Ik doe het natuurlijk wel, omdat het iets is wat er gewoon bij hoort in het leven. Ik wil er alleen niet heel veel tijd aan besteden. Dit is iets relatiefs, want het dagelijks bedenken wat je gaat eten, wanneer en waar je het eten gaat kopen, de tijdsinvestering die dit kost, het voorbereiden en plannen van het klaarmaken van de maaltijd en het koken op zich; dit is al best een aardige taak. Dit merk ik ook aan de cliënten op mijn spreekuur.





Ik had deze week nog een alleenstaande man van begin 70 jaar op het spreekuur. Hij komt zeker een halfjaar op het dieetspreekuur en in zijn eetgewoonten is inmiddels nog niets veranderd. Hij vertelde dat hij 2x per week een maaltijd met groenten eet. Dat hij de rest van de week soep met brood eet, of een gebakken eitje. Of rijst met vlees en een saus. Lekker makkelijk, snel klaar. Geen gedoe. Deze man kwam op het spreekuur omdat hij obesitas heeft, kortademig is vanwege COPD (longemfyseem), een hoge bloeddruk heeft en een hoog cholesterolgehalte.



Tja. Hij weet wel dit afvallen gezonder voor hem is. Daarom komt hij ook naar het spreekuur. Maar afvallen is zo moeilijk zegt hij, want minder eten kan hij niet. Dit is te moeilijk. Eerder heb ik hem al uitgelegd dat hij niet minder hoeft te eten om af te vallen,maar dat wát hij eet wel wat aanpassingen kan gebruiken: mager beleg, minder vlees en kaas, meer groenten dan rijst, pasta of aardappels bij de warme maaltijd. Maar tot dusver was het daarin nog niet tot veranderen gekomen.




Ik vroeg hem hoe het kwam dat hij in zijn dagelijks leven zo weinig rekening hield met al zijn gezondheidsproblemen. Hij leek oprecht verbaasd over mijn vraag. Hij antwoordde: ‘ik ben er juist wel elke dag heel erg mee bezig. Ik slik dagelijks 5 pillen voor al die ziektes! Dit is niet niks hoor.’ En zo zou je het natuurlijk ook kunnen zien. Toch zou deze meneer een stuk minder pillen hoeven slikken als hij 10-15% van zijn huidige lichaamsgewicht af zou vallen, als hij minder zout zou eten (denk opnieuw aan minder vlees, beleg,kaas, soep en sauzen) en meer groenten zou eten. Ik besprak dit met hem. Maar veranderen is moeilijk. Zeker als het je dus veel tijd en moeite gaat kosten voordat het op langere termijn wat zal gaan opleveren. En voor deze meneer die voor zijn gevoel al heel erg met zijn gezondheid bezig was door pillen te slikken lagen de voordelen van veranderen nog niet heel erg voor de hand. Het zou door leefstijlverandering ongeveer hetzelfde bereiken als zijn pillen nu al voor hem doen.





Zelf zie ik duidelijk heel veel voordelen van een gezonde leefstijl en veel groenten eten. Maar ook zie ik voordelen van gemak. Ik heb vandaag aardperen-pesto-soep gemaakt en een schaal vol venkel, zoete aardappel, pompoen, knoflook, rode biet, wortel, walnoten in de oven geschoven. Toch weer voor 2 dagen volop verse groenten met weinig moeite op tafel.

donderdag 3 december 2015

Kwetsbaar


‘Wil je een kopje koffie?’ Ik ben op huisbezoek bij een 92-jarige dame. Zij woont nog in haar eigen huis waar ze al ruim 40 jaar woont, vertelt ze me later. Ik ben bij haar omdat de huisarts dat gevraagd heeft. Ze is de laatste maanden afgevallen. Zelf zegt ze dat ze niet weet hoe het komt.

Eigenlijk zeg ik meestal nee op de vraag of ik koffie wil. Het kost vaak veel tijd en die tijd gebruik ik liever voor het gesprek met de cliënt. Maar ze zegt dat ze het al helemaal klaar heeft gezet: ‘ik hoef het apparaat alleen nog maar aan te zetten.’ Dan is het prima, dus ze gaat het aan zetten komt meteen weer bij mij in de kamer zitten.

We praten over wat ze gewend is om te eten. Ze vertelt dat ze helemaal geen problemen heeft met haar eetlust. Ze eet heel goed. Waarom ze afvalt, weet ze niet. Dan zegt vraagt ze of ik in de keuken mee de koffie kom inschenken. ‘Wat wil je in je koffie?’ Ik zeg dat ik graag melk gebruik en ze zet het al voor me klaar. Voor mij is dit ook een mooi moment om te vragen of ik even in haar koelkast mag kijken. Dat zegt mij namelijk welke producten ze gewend is te gebruiken, of ze het eten goed op kan eten voordat het over de datum gaat, hoe goed de koelkast gevuld is en wat voor drinken ze gebruikt.

De koffie blijkt niet klaar te zijn. ‘O jee, ik ben vergeten water erin te doen.’ Dat doet ze alsnog en we gaan weer terug naar de kamer. Daar vraag ik wat over de spullen die ik in de koelkast zag. Hoe vaak gebruikt ze de vla? Hoeveel plakjes kaas doet ze op 1 sneetje brood? Hoe vaak eet ze een ei? Dan wil ze weer terug naar de keuken om de koffie in te schenken. ‘Ga je mee?’ en opnieuw: ‘wat wil je in je koffie?’ In de keuken zien we nu dat er alleen maar heet water in de pot zit. Ze had het dus helemaal niet klaargezet. Er zat geen filter en geen koffie in het apparaat. Ik help haar om het alsnog te doen. Vlak voordat we terug gaan naar de woonkamer vraagt ze weer: ‘wat wil je in je koffie?’ Ik zeg voor de derde keer dat ik melk gebruik en dat we dat ook al hadden klaargezet.

Inmiddels is mij wel duidelijk waardoor mevrouw afvalt. Ze is heel vergeetachtig. Ik heb in haar koelkast gezien dat ze maaltijden heeft van een maaltijdservice, maar de andere maaltijden moet ze zelf verzorgen. Ze zal misschien het ontbijt of de lunch niet vergeten, maar drinken en tussendoortjes vast en zeker wel. Ook zal ze er niet aan denken een eitje te koken of bakken, een bolletje, krentenbol, pannenkoek of croissantje te kiezen.

Ik kom dit soort problematiek steeds vaker tegen: kwetsbare ouderen. Tijdig signaleren en hulp inschakelen is hierbij cruciaal. Bij deze dame was dat gelukkig zo.
*********************************************
Vind je het leuk om mijn blogs te lezen? Deel ze met collega's en vrienden op Social media!