donderdag 30 januari 2014

Hart


De Nederlandse Hartstichting bestaat 50 jaar. Daarvoor was gisteren aandacht in het NOS journaal. In de afgelopen 50 jaar werd door de Hartstichting (NHS) 400 miljoen euro besteed aan onderzoek en voorlichting over hart- en vaatziekten. Onder andere dat heeft ertoe geleid dat vroeger 1 op de 2 mensen overleed aan een hartinfarct en nu is dat aantal gehalveerd naar 1 op de 4. Directeur van NHS Floris Italianer benoemde dat deze daling van het aantal sterfgevallen te maken heeft met dat mensen inmiddels bewuster zijn van de oorzaken van hart- en vaatziekten. Er wordt gezonder gegeten, mensen hebben meer beweging en er wordt minder gerookt. Daarnaast noemde hij dat er nieuwe behandelmethoden zijn ontwikkeld, zoals de dotterbehandeling.


In 2009 stierven 20.979 vrouwen en 18.663 mannen aan HVZ. Dit betekent dat gemiddeld 51 mannen en 57 vrouwen per dag aan hart- en vaatziekten overlijden. Het aandeel van de hart- en vaatziekten in de totale sterfte was daarmee 29% voor mannen en 30% voor vrouwen. De gevolgen van het lagere aantal mensen dat overlijdt na een hartinfarct werden ook genoemd in het journaal. Pieter Doevendans, hoogleraar Cardiologie, vertelde dat doordat er steeds meer mensen gered worden, er steeds meer mensen zijn die leven met hart- en vaatziekten. Hij noemde het zelfs een nieuwe epidemie. In het journaal werd heel specifiek gesproken over hartfalen. Bij hartfalen is de pompfunctie van het hart verminderd. Er wordt dan niet genoeg bloed rondgepompt.

Hartfalen kan worden veroorzaakt door een hartinfarct, zoals in het journaal werd besproken. Een hartinfarct wordt eigenlijk altijd heel serieus genomen door patienten en de mensen in de omgeving van de patient. Een andere oorzaak van hartfalen is een langdurige hoge bloeddruk. Dat wordt door veel mensen als heel onschuldig gezien, merk ik op het spreekuur.

Ik ben ook best verbaasd dat de directeur van NHS zei dat er gezonder wordt gegeten. Ik denk dat er de afgelopen 50 jaar wel veel duidelijk is geworden over wat gezond eten kan doen om hart- en vaatziekten te voorkomen. En dat daar meer aandacht voor is. Maar tegelijkertijd wordt er heel veel zout gegeten. Dit verhoogt de bloeddruk.
In een RIVM rapport over de voedselconsumptie in Nederland tussen 2007 en 2010 lees ik dat meer dan 85% van de bevolking meer zout eet dan de aanbevolen maximumrichtlijn van 6 gram per dag. Volwassen mannen eten gemiddeld 9,9 gram per dag en vrouwen 7,5 gram per dag. 79% van het zout is al aanwezig in gekochte voedingsmiddelen. De belangrijkste bronnen van zout zijn brood, vleesproducten en kaas. Naar schatting een vijfde deel van het geconsumeerde zout wordt toegevoegd tijdens de bereiding van gerechten en aan tafel.

Afgelopen week tekende minister Schippers van Volksgezondheid met onder meer het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Koninklijke Horeca Nederland het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. In dit akkoord is afgesproken dat hoeveelheid vet, zout en calorieen verlaagd wordt in voedingsmiddelen. Wat de consument zelf kan doen? Minder kant- en klaar, minder koken met pakjes en zakjes, minder bewerkt vlees en kaas eten. Vragen over gezond eten bij hart- en vaatziekten? Stel ze aan de dietist!   

donderdag 23 januari 2014

Obesitas en omgeving


In de Britse krant The Guardian lees ik half januari een artikel dat gaat over obesitas in Engeland. Ze noemen het zelfs The UK’s Obesity Crisis. In 2007 hebben experts voorspeld dat de helft van de Britten in 2050 obesitas zal hebben, maar een recentere voorspelling geeft aan dat 60% van de mannen en 50% van de vrouwen obees zal zijn in 2050.



Natuurlijk zijn er al allerlei mogelijke oplossingen bedacht om dit probleem aan te pakken. Zo wordt onder andere genoemd dat bedrijven en andere grote organisaties met veel invloed gezondheidsproblemen zouden moeten aanpakken. Denk hierbij aan voeding, alcohol, lichaamsbeweging en gezonde werkomgeving. Toch, zegt de auteur van het artikel, is er waarschijnlijk evenveel waarde te hechten aan een andere oplossing: het veranderen van de omgeving waarin mensen leven.



Bijvoorbeeld creëren van groene omgeving waarin mensen graag gaan fietsen en lopen. Daarbij zijn fietspaden nodig, fietsenrekken of stallingen, brede wandelpaden en goede verlichting. Daarnaast worden parken genoemd, waar mensen kunnen sporten, ontspannen en kinderen kunnen spelen. Ook wordt geopperd dat trappen en trappenhuizen aantrekkelijker gemaakt moeten worden zodat mensen niet meteen naar de lift lopen in flats en kantoorgebouwen, maar de trap gaan nemen. En er wordt genoemd dat huizen gebouwd moeten worden met grotere keukens die voldoende ruimte voor voorraadkasten, en het voorbereiden en koken van maaltijden hebben. Dit bevordert gezond eten. Er wordt zelfs geluidsoverlast besproken en dat dit beperkt zou moeten worden tot een minimum want geluidsoverlast is stressvol en daarom ongezond. Tot slot is er een pleidooi voor goedkoper bouwen van gezonde woningen door gebruik te maken van schone energie en zonnepanelen, zodat mensen niet gedwongen zijn te kiezen tussen duur maar gezond en goedkoop maar ongezond.

Als ik kijk naar Utrecht, dan is er al veel van bovenstaand aardig goed geregeld. En hoewel ik denk dat al het genoemde goede argumenten zijn ter verbetering van de omgeving, wat vervolgens leidt tot gezondere bevolking, vraag ik me ook af waar de eigen verantwoordelijkheid van mensen hierin te plaatsen is. Want naar buiten kunnen gaan wil niet zeggen dat dit wordt gedaan. En voldoende ruimte hebben om te koken wil niet zeggen dat er wordt gekookt.



Een ander omgevingsaspect wat ik van onschatbare waarde vind is het geven van het goede voorbeeld: door ouders, familie, buren, wijk, vrienden, school, noem maar op. Want goed voorbeeld doet volgen. 

Op een andere manier is dit systeem ook toe te passen. Dat wordt social marketing genoemd. Ook dit wordt sinds een aantal jaar breed ingezet. Zie het als sluikreclame zoals in films. Maar in plaats van een snapshot van een frisdrankmerk, biermerk, chips of iets dergelijks zie je dan op veel plekken gezond eten zoals water, fruit en groenten. Dat is op scholen, in buurthuizen, sportkantines, op werkplekken, in kantines van bijvoorbeeld speeltuinen, noem maar op. Zo wordt er bij mensen onbewust een zaadje geplant wat uiteindelijk leidt tot andere keuzes.
Wat is het voorkomen, ontstaan en beperken van obesitas toch ingewikkeld.

donderdag 16 januari 2014

Good enough to eat

Door een Careyn collega word ik via Twitter gewezen op een mooi bericht: ‘Nederland is koploper op wereldwijde voedselranglijst’. Klinkt als goed nieuws. Ik ga lezen waar dit vandaan komt en wat het precies betekent.
 
De organisatie voor ontwikkelingssamenwerking Oxfam Novib blijkt een Good Enough to Eat index te hebben samengesteld. "Deze ranglijst legt de gewone zorgen van mensen over voedsel bloot, ongeacht waar zij vandaan komen", zegt Oxfam Novib-directeur Farah Karimi. Nederland is koploper op de voedselranglijst. Dat betekent dat in Nederland wereldwijd gezien het meest gevarieerde, gezonde, betaalbare en voedzame eten te krijgen is.
 
Achtergrond van deze voedselranglijst is dat wereldwijd één op de acht mensen elke avond met honger naar bed gaat, ondanks dat er voldoende voedsel is voor iedereen ter wereld. Overconsumptie, verkeerd gebruik van voedselbronnen en het weggooien van voedsel zijn elementen van een systeem dat ervoor zorgt dat er honderden miljoenen mensen niet genoeg te eten hebben. Om beter te kunnen begrijpen welke uitdagingen mensen moeten doorstaan om genoeg van het goede voedsel (hiermee wordt bedoeld gezond, gevarieerd en voedzaam) te kunnen verkrijgen, heeft Oxfam een wereldwijde opname gemaakt van 125 landen die weergeeft welke de beste en de slechtste plekken zijn om te eten. In de top 20 staan alleen maar Europese landen en ook Australië. De landen die het slechtst scoren zijn allemaal landen in Afrika, met uitzondering van Jemen.

Ik zie hier wel overeenkomsten met het werk dat ik doe. Wij diëtisten willen namelijk ook de boodschap uitdragen dat gezond eten lekker is, en dat het goed te verkrijgen is. Dat je makkelijk kunt variëren en dat gezond eten niet duur hoeft te zijn. Dat we overconsumptie / over-eten bepreken met onze cliënten met overgewicht (met alle gerelateerde gezondheidsproblemen en welvaartsziekten) lijkt me geen uitleg behoeven.

Maar we geven ook regelmatig workshops aan groepen mensen over ‘Gezond eten voor weinig geld’. Daarbij begint het al met het inkopen van voedsel. Want 14% van onze boodschappen belandt onnodig in de vuilnisbak. Het Voedingscentrum vertelt het volgende: ‘Driekwart van al ons afval is ‘vermijdbaar’, een kwart is echt afval zoals  botten, schillen en kaaskorsten. Vermijdbaar afval bestaat voor 50% uit maaltijdresten, 25% uit geopende verpakkingen en 25% uit voedsel dat nog in de gesloten verpakking zit’. Voedselverspilling kun je voorkomen door minder te kopen, het op de juiste manier te bewaren en afgepast te koken.
 
Ook helpt het om prijzen te vergelijken. Of bijvoorbeeld groente, fruit, vis en kaas op de markt te kopen in plaats van in de supermarkt. Doe je wel je boodschappen in de supermarkt, ga dan op pad met een zorgvuldig gemaakt boodschappenlijstje. Doe de boodschappen het liefst zonder kinderen (ze dringen vaak aan op onnodige aankopen) en let ook op het moment van boodschappen doen: aan het einde van de dag worden verse produkten vaak door de supermarkt afgeprijsd. Magere zuivel is goedkoper dan volle zuivel. Groenten en vis uit de diepvries of in conserven zijn prima en minder duur.

Fijn dat we koploper op de voedselranglijst zijn. Dit is een mooi bericht om te delen met onze cliënten mét ons eigen stukje uitleg erbij.
***********************************************************************
Vind je het leuk om mijn blogs te lezen? Deel ze met collega's en vrienden op social media!

donderdag 9 januari 2014

Zitten is het nieuwe roken


Kies een kleur. Elke kleur die je maar wilt. Deze kleur is in de afgelopen 20 jaar zeker al eens uitgeroepen tot het nieuwe zwart. In de modewereld staat zwart voor chic, tijdloos, stijlvol, klassiek. Kortom, het kan altijd, het is altijd mooi en het staat iedereen goed. Elk jaar is er ook wel weer iemand die dan roept: groen/rood/oranje/blauw (of vul jouw gekozen kleur in) is het nieuwe zwart. 
Maar dat zijn nooit echt de mensen van de inner-circle in modekringen. Want zwart is onvervangbaar.

De laatste tijd lees ik steeds vaker over zitten. Zitten zou het nieuwe roken zijn. Iedereen weet hoe slecht roken is voor de gezondheid. Mogelijk is zitten even slecht of zelfs nog slechter voor de gezondheid. Ik wil hier meer over weten en ga op onderzoek uit. In 2012 is er in Australië een onderzoek gedaan onder 12000 mensen. Aan hen zijn vragen gesteld over hun gezondheid in het algemeen, over ziektes die ze hadden, hun beweegpatroon, roken en wat ze aten. Ook werd hen gevraagd hoeveel uur ze per dag tv keken. Dat tv kijken bleek een (hoewel enigszins onnauwkeurig) richtlijn te zijn voor de mate waarin iemand een zittend leven leidt.
De onderzoekers gebruikten vervolgens complexe tabellen waarin onder andere werd gecorrigeerd voor roken, middelomtrek, mate van gezond eten, hoeveelheid lichaamsbeweging. Hierdoor konden ze het specifieke effect van de uren die besteed zijn aan zitten apart bekijken op iemands levensduur. 

De resultaten waren schokkend: elk uur dat besteed is aan tv kijken (dus zitten), betekent een verkorting van levensduur van 21.8 minuten voor personen ouder dan 25 jaar. Als je dat vergelijkt met roken: elke gerookte sigaret verkort het leven met 11 minuten.
In het algemeen was de conclusie van de onderzoekers dat elk volwassene die 6 uur per dag tv kijkt tijdens zijn leven kan verwachten dat zijn levensduur 4.8 jaar korter is dan eenzelfde persoon die nooit tv kijkt.

Nu kijken veel mensen niet 6 uur per dag tv (denk ik!). Maar wat de meeste mensen wel doen is 6 uur per dag zitten. Alleen al op ons werk is dat het geval. Dat is ook wat een andere studie vertelt die de resultaten van 18 verschillende onderzoeken op een hoop heeft gegooid waardoor deze bijna 800.000 mensen heeft bekeken. Hieruit bleek dat de gemiddelde volwassene 50-70% van de dag zittend doorbrengt.
De onderzoekers verbonden de tijd die was besteed aan het zitten met gevolgen voor de gezondheid en de mensen die het meest zittende bestaan hadden (lees: mensen met kantoorbanen, die bijna hun hele werkdag zittend doorbrengen) hadden een 112% verhoogd risico op het ontwikkelen van diabetes, 147% hoger risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten en 49% hoger risico op een vroegtijdige dood. En dat was zelfs zo als ze regelmatig lichaamsbeweging hadden.
Dat geeft te denken: als je een fanatiek sporter bent en elke dag 1-2 uur sport of beweegt dan nóg is het belangrijk hoe je de rest van de 22-23 uur van je dag invult. Zitten is het nieuwe roken.

donderdag 2 januari 2014

Januari

In januari zal je het altijd wel heel druk hebben, vragen mensen mij geregeld. Want in januari hebben mensen hun goede voornemens nog op hun netvlies, de feestdagen zijn achter de rug. Tijd om te gaan afvallen?
Het klopt dat in deze periode de tv reclames en radiospotjes vooral gaan over manieren van afvallen, over hoe afslankprodukten hierbij kunnen helpen en hoe geweldig goed en makkelijk dit wel niet gaat. Dat is ieder jaar hetzelfde. Toch is het in januari niet opeens veel drukker op onze spreekuren. De reden hiervan is dat op het dieetspreekuur mensen komen die niet een paar kilo’s overgewicht hebben en willen afvallen omdat dat mooier is, of omdat hun kleding wat strak zit. Hoewel zij natuurlijk ook welkom zijn op het spreekuur.
Maar de mensen die op het spreekuur komen, zijn meestal verwezen door hun arts. Omdat zij niet overgewicht maar obesitas (BMI boven de 30, dit is ernstig overgewicht) hebben en daarbij klachten of ziekten die met dat overgewicht verband houden. Denk aan rug- en gewrichtsklachten, diabetes mellitus, hart- en vaatziekten zoals hoge bloeddruk of te hoog cholesterolgehalte. Het is goed om je te realisteren dat dit niet alleen gaat om ouderen of volwassenen, maar ook om kinderen. Pubers en tieners met 10, 20, 30 kg overgewicht die weliswaar meestal nog niet te kampen hebben met bovengenoemde ziekten ten gevolge van hun overgewicht, maar daar wel degelijk een groot risico op hebben.
Deze mensen hebben niets aan al die reclames voor afslankmiddelen, wonderpillen, hulpmiddeltjes en afslankclubjes. Want hoewel obesitas nog steeds wordt gezien door veel mensen als ‘eigen schuld, dikke bult’ is het een chronische ziekte. Het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) heeft in 2010 de zorgstandaard obesitas geschreven. In een zorgstandaard staat niet alleen welke zorg er geleverd moet worden, maar ook hoe die georganiseerd moet worden en aan welke kwaliteitseisen die moet voldoen. Het doel van de zorg bij obesitas is een optimale verbe­tering van de gezondheid en het risicoprofiel. Dit om de kwaliteit van leven te verbete­ren en maatschappelijke participatie te bevorderen.
In oktober 2012 is er een onderzoek uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek om de effectiviteit van dieetbehandeling door de diëtist aan te tonen. Uitkomsten daarvan zijn de volgende:
Als gevolg van een behandeling door de diëtist neemt de fysieke gezondheid van de patiënt toe. Gemiddeld zijn patiënten 12 maanden na aanvang van de behandeling 4 tot 6 kg afgevallen. Ook hebben zij na afloop van de behandeling een lagere bloeddruk, een lager cholesterolgehalte en een lagere bloedglucose.
Dieetbehandeling door een diëtist leidt ook tot toename van de mentale gezondheid van de patiënt. Dit kan verschillende oorzaken hebben: allereerst draagt de diëtist direct bij aan een stijging van de mentale gezondheid van de patiënt door aandacht te hebben voor de patiënt. Daarnaast kunnen door gewichtsverlies en een betere fysieke gezondheid de sociale en emotionele problemen van de patiënt afnemen.
Dieetbehandeling zorgt dat minder mensen diabetes ontwikkelen. Een relatief klein gewichtsverlies van 5 procent van het lichaamsgewicht is daarnaast geassocieerd met een verlaging van de bloeddruk en het cholesterolgehalte. Doordat dieetbehandeling medische aandoeningen kan voorkomen en uitstellen is de sterftekans van patiënten ook tien jaar na de behandeling aanzienlijk lager.

Wie denkt al deze voordelen uit een potje pillen te kunnen halen, komt bedrogen uit. In iedere basisverzekering is 3 uur dieetadvisering opgenomen. Iedereen kan dus naar de diëtist. Mogelijk zijn mensen aanvullend verzekerd en worden er nog meer behandeluren vergoed. Kijk het na in de polisvoorwaarden. En zegt het voort!