donderdag 26 mei 2016

Onderschatting


“Heb je niet vaak mensen op het spreekuur die zeggen dat ze ongeveer niets eten en toch heel dik zijn?” Die vraag werd me laatst gesteld en ik herken hem, want ik krijg die vraag vaker. Het antwoord is ja, dat komt zeker voor. Maar toch is het niet zo simpel als je zou denken.

 

Meestal zijn er geen verkeerde bedoelingen bij dit soort uitspraken van mensen. Het is niet zo dat ze bewust glashard zitten te liegen. Ik denk dat de belangrijkste reden dat mensen zeggen, en ook oprecht denken, dat ze weinig eten ligt in het niet goed inschatten wat, wanneer, hoe vaak en hoeveel zij eten. En daar zijn meerdere oorzaken van.

 

Heel veel van onze eetgewoonten zijn automatismen. Dat is handig en fijn, want we moeten al heel veel beslissingen nemen in ons dagelijks leven. Het is dan ook wel makkelijk als een aantal zaken op de ‘automatische piloot’ gaan. Denk hierbij aan ochtendrituelen zoals douchen, haren doen, opmaken, tanden poetsen. Of de route die je neemt naar je werk (bedenk maar: dat is vaak dezelfde). Maar als eetgewoonten heel automatisch gaan, dan ben je je er dus een stuk minder bewust van. En daar kan het mis gaan als je het hebt over het ontwikkelen van overgewicht.

 

We handelen niet alleen automatisch, maar ook gedachteloos. Denk maar eens aan iets eten terwijl je aan het lezen, werken, tv kijken bent. Dan graai je soms met je hand naar iets te eten, óók als je bord of schaaltje of zak al leeg is. En hoe vaak loop je op je werk langs een snoep pot en neem je er werkelijk wat uit (eentje, twee, een handje…). Of wil je nog een slokje drinken nemen terwijl je beker of glas al leeg is.



Het terug brengen van bewust eten in je leven is iets wat veel moeite kost, maar wél haalbaar is. Daar kan een diëtist je bij helpen. Daarnaast komt het natuurlijk ook geregeld voor dat de voedingswaarde van een product wordt onderschat. Dan wordt calorierijk voedsel gegeten of gedronken onder het mom van dit is toch gezond. Maar ook daaraan kleven veel misverstanden. Denk aan ‘hippe’ smoothies vol vruchtensap (en dus calorieën). Kennis is dan het belangrijkste probleem en de reden van onderschatting.

 

Een andere oorzaak van het onderschatten van hoeveel men eet, ligt op een heel ander vlak. Namelijk terminologie. Ik heb het in gesprekken vaak over maaltijden of hoofdmaaltijden. Daarmee bedoel ik ontbijt, lunch en warme maaltijd. Toch bestaan hier weleens misverstanden over. Dan zeggen mensen: ik eet maar één maaltijd per dag. En ja, ik neem overdag wel eens wat brood of fruit. Bij doorvragen blijkt dan dat mensen gewoon 6 sneden brood met kaas en 2 stukken fruit meenemen naar het werk, maar dat niet zien als maaltijd. Want in hun ogen de enige echte maaltijd het warme eten. De rest valt daar dus niet onder. Aan mij de taak om dit boven tafel te krijgen en op te helderen.

donderdag 12 mei 2016

Koeken

Op het spreekuur komt een 13-jarig meisje. Ze is 30 kg te zwaar. “Tja, zegt haar moeder, ik heb gezegd dat we er nu echt wat aan moeten gaan doen. Maar ze moet het natuurlijk ook wel zelf willen, hè. En ze heeft natuurlijk ook wel aanleg ervoor.” Ze vertellen dat het moeilijk is om kleding voor haar te kopen en dat dat eigenlijk de directe aanleiding was om een afspraak te maken.



Ze vertellen dat ze al begonnen is met wat veranderingen in het eetpatroon. Eerst at ze stroopwafels of chips na schooltijd en nu is dat ontbijtkoek of een eierkoek. En dat ze nu water mee naar school neemt in plaats van siroop. Ik beaam dat dat goede veranderingen zijn. Ze hebben dus vooral aanpassingen gemaakt in drinken en tussendoortjes en ik merk dat ze hierover ook de meeste vragen hebben. Wat zijn nou goede tussendoortjes?

Ik lees de twee dagen dat ze haar eten en drinken heeft genoteerd in een eetdagboek. Ik zie vooral op een weekenddag heel veel eetmomenten en heel veel tussendoortjes. Ik mis eigenlijk de basisvoeding: volkorenbrood, zuivel, fruit en groenten. Het eetverslag laat een overdaad aan rijstwafels, eierkoeken, ontbijtkoek, sultana en glazen appelsap zien. Op een schooldag ziet het er wel wat beter uit. Meer structuur, minder eetmomenten, meer basisvoeding: voeding die je lichaam écht wat oplevert aan voedingstoffen, vitamines, mineralen en voedingsvezels.

Ik vertel haar en haar moeder dat juist de basisvoeding meer aanwezig mag zijn. Ze hebben vooral vragen over tussendoortjes (wat ook wel typerend is als je 30 kilo overgewicht hebt, maar dat zeg ik niet) maar een tussendoortje is iets kleins wat je tussen de hoofdmaaltijden door eet. En dat een gezonde voeding bestaat uit  volkorenbrood met  beetje smeersel en beleg, halfvolle zuivel, elke dag twee keer fruit en een warme maaltijd met groenten, aardappels, rijst of pasta en vlees(vervanger) of vis. Daarnaast heb je eigenlijk niet zoveel nodig. Dat zijn we wel gewend en dat vinden we lekker, maar het hoeft niet. Bovendien kunnen fruit en groenten prima als tussendoortje dienen. Een bakje yoghurt of kwark ook. Als je dan daarnaast nóg een tussendoortje zou willen, dan is het feit dat het ‘gezond’ is minder belangrijk: als het maar klein is en niet zo vaak voorkomt. Een roomboterkoekje of een stukje chocolade is prima, zolang het klein is en het bijvoorbeeld alleen na schooltijd voorkomt.

Ik vertel de moeder en dochter dat de appelsap zo’n 5 klontjes suiker oplevert per glas, en dat ze daarmee zo’n 15-20 klontjes suiker per dag mee kan besparen als ze het vervangt door water of thee en af en toe een light frisdrank. Dat zijn elke week 105 – 140 klontjes suiker. Daarnaast bevatten de eierkoeken, rijstwafels en ontbijtkoek veel koolhydraten (suikers) en maar weinig vitamines en voedingsvezels.

Hun intenties waren goed, ze zijn ook wel goed van start gegaan, maar door meer informatie en adviezen van mij, is de kans dat het succesvol(ler) wordt, wel groter.