donderdag 18 december 2014

Een koe is een milieuvervuiler?

Eerder schreef ik al over hoe je verantwoord, milieuvriendelijk en duurzaam kip kunt eten. En hoe het leven van een kip er vervolgens uit ziet. Deze keer gaat mijn verhaal over de koe.

Ik leer dat een koe hetzelfde broeikaseffect geeft als een middenklasse auto. En omdat het uit milieu oogpunt wel goed is om broeikaseffect te verminderen of tegen te gaan, wordt er stilgestaan bij hoe (snel) die koe kan groeien, en op welke manier die gehouden en gevoed moet worden zodat wij mensen wel vlees kunnen eten.  Ik schreef vorige week al dat we wereldwijd 2x zoveel vlees eten in vergelijking met 50 jaar geleden. Maar dat aantal is nog steeds groeiend. In ontwikkelingslanden en in China is men meer vlees gaan eten in de loop van de jaren. Was dat in 1960 nog 4 kg per persoon per jaar, nu is dat 55 kg per persoon per jaar. Toenemende welvaart betekent een grotere vleesconsumptie. In Nederland eten we 84 kg vlees per jaar en in Amerika 120 kg.
 
Maar hoe kan die koe nou vervuilend zijn? Een derde van het wereldoppervlak wordt op dit moment gebruikt voor dieren die we eten of melken. Dat is 70% méér dan 100 jaar geleden. 1 koe eet 50 kg gras per dag en groeit daarmee 1 kg aan spierweefsel (vlees). De magen van de koe vormen methaan en dat is een broeikasgas. Dit is wel 500 liter per koe per dag. Daarom kan gezegd worden dat een koe net zo vervuilend is als een middenklasse auto. 10% van alle broeikasgas uitstoot komt van koeien.
 
Als koeien minder gras eten, dan stoten ze minder methaan uit. In Amerika eten koeien een mix van gras en mais. Ze eten het eerste jaar gras en lopen buiten. Daarna komen ze in een mesterij waar ze in 6 maanden 300 kg aankomen. In Amerika krijgen ze naast mais ook eiwit, vet en een glucose-fructosestroop (bijproduct van de mais), antibiotica en groeihormoon. In Europa is dat niet zo. Door mais te geven aan de koe is er 50% minder methaan uitstoot. En zijn  de koeien binnen een kortere tijd op ‘marktgewicht’ voor de slacht: 2x zoveel gewichtstoename dan wanneer een koe met gras wordt gevoed.

Wereldwijd is het dieet van de koe verschillend en afhankelijk van de beschikbare grondstoffen. In Zuid-Amerika eten koeien vooral soja. Dat leidt tot sterke ontbossing. Een ramp voor de prachtige en rijke natuur daar.
 
Is het niet raar dat we zoveel gewassen kweken om koeien te voeden als we dat zelf zouden kunnen eten? Uiteindelijk kost het ons olie, machines, pesticiden, bemesting, water voor de planten water voor de dieren die van de gewassen leven. Argentijns platteland wordt verwoest zodat er soja kan groeien om dieren in de bio-industrie in Europa mee te voeden. Wereldwijd is veeteelt even vervuilend als alle openbaar vervoer ter wereld. Alle auto’s treinen, boten en vliegtuigen bij elkaar.
 
Hoe eet je dan verantwoord vlees? Ik ga weer dezelfde conclusie trekken als vorige week: vooral door het minder te eten en door het minder vaak te eten. Dat betekent in Nederland van de gemiddeld 230 gram per dag terug naar 100 gram per dag.

donderdag 11 december 2014

Ethisch verantwoord vlees eten

Eind november kijk ik op NPO2 een documentaire die heet Vlees, wat kost het ons? De vraag die hierin centraal staat is hoe je als consument het best kan kiezen voor vlees: waar moet het vandaan komen, hoe moet het ‘geproduceerd’ worden, met welk voer moet het dier gevoed zijn? Wanneer ben je een ethical carnivore?
 
De getallen die worden genoemd over vlees en de vleesindustrie doen me duizelen. Wereldwijd is de vleesconsumptie de afgelopen 50 jaar verdubbeld. We eten samen 65 miljard dieren per jaar en dit aantal zal naar verwachting opnieuw verdubbelen. Het gaat dan om 300 miljoen runderen, 1,4 miljard varkens, 1 miljard schapen en geiten, 5 miljoen paarden, 2 miljoen kamelen, 3,5 miljard eenden en kalkoenen, 60 miljard kippen. Gemiddeld eten we dan per persoon 9 dieren per jaar. In Nederland in 2012 aten we 84 kg vlees per persoon.
 
Bij inzoomen op de consumptie van kip, kun je zien dat we daarvan wel 5x zoveel zijn gaan eten in vergelijking met 50 jaar geleden. Dat komt vooral doordat het goedkoop is en doordat het heel veel wordt gebruikt in de fastfood industrie. Als we dat zo ontzettend veel meer zijn gaan eten, hoe komt het dan dat als je door een landschap rijdt, je hooguit koeien of schapen in de wei ziet staan en zelden kippen? Dat komt doordat de kippen worden gehouden in enorme schuren.
 
Op 1 boerderij worden er jaar 5.5-6 miljoen kippen gehuisvest tot aan hun slacht. In Nederland eten we 6.5 miljoen kilo kip per week met z’n allen. Een kip leeft ongeveer 5-6 weken in zo’n schuur en in die tijd wordt een kuikentje van 50 gram vetgemest tot een vleeshomp van ruim 2 kilo. Deze snelle groei zorgt voor veel welzijnsproblemen (de plofkip). Als je dat vergelijkt met 60 jaar geleden dan kun je spreken over een dubbele verdubbeling: twice the size in half the time. In 2010 werden er in Nederland 465 miljoen vleeskuikens geslacht. Op elk moment leven er in Nederland dan ook ruim 44 miljoen vleeskuikens, verspreid over zo’n 680 pluimveebedrijven.
 
Om te kunnen bepalen hoezeer je dan ethisch verantwoord vlees, of in dit geval: kip, kunt eten, is er een manier bedacht om te bepalen wat de meest efficiënte manier is om vlees te produceren. Welk manier heeft het minst effect op ons milieu (environmental impact)? Daarbij wordt gekeken naar de levenscyclus analyse. Als het gaat om de hoeveelheid voer die een kip eet, naar huisvesting en huisvestingsduur, naar verlichting, verwarming, vervoer en slacht dan is de kip in de schuur, de plofkip, het meest energie-efficiënt en daarmee het meest groene vlees.
 
Maar of dat nu de meest diervriendelijke manier is, daar wordt in deze analyse niet naar gekeken. De Stichting Wakker dier vat het leven van een plofkip op deze manier samen: Plofkip is een gangbaar vleeskuiken dat voldoet aan de Europese minimum wetgeving. Dat betekent dat het:
•met 20 kuikens op één vierkante meter leeft;
•al na 42 dagen wordt geslacht;
•na 42 dagen al ruim twee kilo weegt;
•nooit naar buiten mag;
•in meer dan de helft van de gevallen kreupel is door voetzweren, brandhakken en gewrichtspijn;
•gemiddeld drie dagdoseringen antibiotica krijgt in haar korte leven
 
Terugkomend op de getallen waarmee ik begon, zit denk ik de oplossing in het vinden van ethisch verantwoord vlees in de hoeveelheid. Want 84 kg vlees per persoon per jaar is 230 gram per dag. Dat is de dubbele hoeveelheid van wat we nodig hebben.
 
Volgende week in mijn blog meer hierover, dan ingezoomd op de koe.

donderdag 4 december 2014

Dag van de Ondervoeding

Op woensdag 10-12-14 is het de Dag van de Ondervoeding. Elk jaar weer komt deze dag speciaal onder de aandacht omdat ondervoeding bij ziekte een groot probleem is binnen de Nederlandse gezondheidszorg. Uit cijfers blijkt dat in het ziekenhuis 25-40%, in het verpleeghuis 20-25% en in de thuiszorg 15-25% van de patiënten ondervoed is.
Als diëtisten van Careyn, werkzaam in de thuiszorg, betekent het dat wij hierom veel samenwerken met de huisartsen en de wijkverpleegkundigen. Risicogroepen zijn patiënten met COPD, hartfalen, depressie, dementie, inflammatorie bowel syndroom, reumatoïde artitris en decubitus. Daarnaast zijn er risicogroepen die specifieke kenmerken hebben waarbij sprake is van een verhoogd risico op ondervoeding. Bijvoorbeeld hoge leeftijd (> 80 jaar), eenzaamheid, slecht gebit, fracturen, oncologie, polifarmacie en/of een ziekenhuisopname.

Omdat ondervoeding niet iets is wat makkelijk aan de buitenkant van een persoon is te zien, ligt het voor de hand dat niet iedereen met ondervoeding goed wordt behandeld hiervoor. Ondervoeding betekent namelijk niet automatisch dat je te dun bent. Het betekent dat mensen ongewenst zijn afgevallen in een korte (>5% in 1 maand) of langere tijd (>10% in 6 maanden). Verder is er ook sprake van ondervoeding bij een Body Mass Index (BMI) van kleiner dan 18,5. Ouderen (mensen vanaf 65 jaar) zijn ondervoed bij een BMI van < 20kg/m2.

Met name de ouderen met ondervoeding hebben zelf vaak niet zo in de gaten dat ondervoeding ernstig is en veel gevolgen kan hebben. Zij hebben bij gewichtsverlies niet zo in de gaten hoeveel dat is en gedurende welke periode: is het afvallen al een maand gaande of eigenlijk al veel langer? Minder eetlust wordt ook toegeschreven aan ouder worden: je hebt dan ook minder nodig. Bij gezond ouder worden klopt dat inderdaad. De energiebehoefte wordt wat lager. Maar als je COPD hebt, of je bent geopereerd, opgenomen geweest in het ziekenhuis, als je een wond of decubitis hebt, als je kanker hebt, dan is er juist sprake van een verhoogde energie- en eiwitbehoefte.

Als er een geleidelijke gewichtsafname is, dan zijn de gevolgen daarvan ook sluipend: toenemende moeheid, minder eetlust, krachtsverlies, en dagelijkse activiteiten minder lang kunnen volhouden zoals wassen, douchen, aankleden, lopen, staan, koken, boodschappen doen, huishoudelijk werk, noem maar op.

In eerste instantie valt het niet zo op als mensen minder gaan doen, maar na een tijdje ontstaat er een vicieuze cirkel: moe en futloos zijn en minder kracht hebben leidt tot minder opstaan om iets te eten uit de keuken te pakken, minder vaak een tussendoortje nemen, minder boodschappen doen, minder koken, minder eten. Langer zitten en activiteiten kort volhouden leidt tot sedentair gedrag en dat zorgt voor spiermassaverlies. En dit op zijn beurt veroorzaakt een sterkere toename van moeheid, futloosheid en krachtverlies. Tel daarbij een verminderde inname van energie en eiwitten op en daar ontstaat dan de neerwaartse spiraal. Mensen worden eenzaam als ze minder buiten komen, verliezen zelfstandigheid, krijgen minde regie over hun leven.

Tijdig signaleren en behandelen van ondervoeding is essentieel. Het kan onnodig snelle achteruitgang voorkomen. Door samen te werken in de wijk krijgen we dit voor elkaar.