donderdag 28 februari 2013

Slenteren

Opgetogen zijn ze, de clienten die op het spreekuur komen met de boodschap dat ze in de krant hebben gelezen dat slenteren beter is voor de gezondheid dan sporten. Huh?! Als fanatiek sporter en wetenschapper wil ik hier wel meer over weten. Er zit vast een langer verhaal aan vast.
Als ik naar het nieuwsbericht kijk, ben ik niet verbaasd te lezen dat het bericht van een van de onderzoekers van de Universiteit van Maastricht komt. Aan deze universiteit heb ik zelf de opleiding Gezondheidswetenschappen gedaan. Op de afdeling Humane Biologie heb ik mijn afstudeerscriptie geschreven en een bijbaantje gehad als dietist bij de vele voedingsonderzoeken die er worden gedaan. Tijdens mijn studie had ik vaak college van professor Klaas Westerterp. Hij vertelde toen ook al (ruim 10 jaar geleden) dat hardlopen nutteloos was. Om zijn minachting kracht bij te zetten noemde hij het sukkeldraven.

Wat hij bedoelde was het volgende: als je een uur hardloopt of op andere wijze intensief sport, dan zijn er vaak andere momenten waarop (met name) mensen die niet gewend zijn te sporten deze inspanning compenseren. Door vaker te gaan zitten, door minder de trap te nemen, door op een ander moment van die dag de auto te nemen in plaats van te lopen of fietsen. Dit alles met de gedachte: ‘ik heb toch al gesport vandaag’.  En daardoor beweeg je uiteindelijk door te sporten minder dan wanneer je niet had gesport.

In het artikel over slenteren versus sporten, lees ik min of meer hetzelfde. Wat de onderzoeker stelt is dat laagintensief, alledaags bewegen, zoals staan, slenteren, wandelen en fietsen, een veel positiever effect heeft op risicofactoren voor suikerziekte en hart- en vaatziekten dan één uur per dag sporten, met als voorwaarde dat het calorieverbruik bij beide vormen ongeveer aan elkaar gelijk is.

En nou net dat laatste zinnetje, die voorwaarde, is enorm van belang. Want als ik 10 km ga hardlopen dan doe ik daar iets minder dan een uur over. Ik verbrand er ongeveer 600 calorieen mee. Als ik diezelfde hoeveelheid calorieen wil verbranden door laagintensief te bewegen, dan ben ik zo’n 4 uur aan het slenteren.

De boodschap van de onderzoeker is dat de beweegnorm van dagelijks 30 minuten matig intensief bewegen of sporten niet voor iedereen een goed advies is. Hij zegt daarover: "De zogenoemde beweegnorm, iedere dag minimaal een half uur sporten, blijkt onjuist. Niet iedereen kan of wil sporten, waardoor veel mensen het advies ook niet opvolgen. En wie dat wel doet, heeft er niet altijd baat bij, want wie dagelijks een half uur sport, houdt nog 23,5 uur over om te zitten."

Als ik de conclusie van het onderzoek zou mogen vertalen, dan zou ik zeggen dat dagelijks veel en lang bewegen een goede bijdrage levert aan de gezondheid, op welk inspanningsniveau dan ook. Maar dat zou geen enkele krantenkop hebben gehaald. Het klinkt niet eens als een nieuwtje.

donderdag 21 februari 2013

Verspilling

Op jaarbasis wordt ongeveer de helft van het voedsel dat wereldwijd wordt geproduceerd, uiteindelijk weggegooid omdat consumenten te kieskeurig zijn wat betreft uiterlijk van fruit en groenten. Dit lees ik op NBCNews. Zij vertellen dit naar aanleiding van een global study dat gedaan is door het Institution of Mechanical Engineers in Londen. In de wereld wordt er 4 miljard ton per jaar aan voedsel geproduceerd, maar ongeveer 2 miljard ton wordt nooit opgegeten. Het instituut zegt daarbij dat elke stap in de voedselketen van fruit- en groenteteelt tot aan de consument hierbij een rol speelt. Voedselbedrijven en inkopers wijzen miljoenen tonnen van de oogst af vanwege het uiterlijk van groenten en fruit. Dit is omdat consumenten het alleen willen kopen als het er perfect uit ziet.
Wat een enorme hoeveelheid is dat! En dan te bedenken dat er in de wereld 868 miljoen mensen in honger leven. Dat rapporteerden eind oktober 2012 drie VN-organisaties: de Voedsel- en Landbouworganisatie FAO, het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling IFAD en het Wereldvoedselprogramma WFP.
En toch kan ik me er wel iets bij voorstellen. Mijn opa en oma hadden vroeger een groentetuin. Daarin werd groenten en fruit gekweekt, die we zelf plukten, schoonmaakten en opaten. Ik kan me herinneren dat opa vol trots een boerenkool aan ons gaf die bij thuiskomst een klein miljoen luizen bleek te bevatten. Dat is niets voor mij. Ik kan de kool blijven wassen, maar het idee alleen al bezorgt me zoveel kriebels, dat ik die kool alleen maar met hele lange tanden kan eten. Kortom, wij aten die groenten niet, ze verdwenen in de vuilnisbak omdat ze er niet perfect uitzagen.
Ik moest ook denken aan een campagne van het Voedingscentrum. Die is ook gericht op verspilling, maar dan aan de andere kant van het bovenstaande verhaal. Namelijk wat wij ermee doen als we wel perfect uitziend eten gekocht hebben. De campagne heet 'eten is om op te eten'. De reden van de campagne was dat er veel eten wordt weggegooid. Een kwart van het eten dat we als consumenten weggooien is onvermijdelijk: het gaat dan bijvoorbeeld om klokhuizen en botten. De rest, 0.7 miljard kilo, is verspilling. Dan gaat het om voedsel dat we nog hadden kunnen opeten, zoals kliekjes en producten die over de datum zijn. Verspilling gebeurt meestal met kleine beetjes tegelijk. Maar deze kleine beetjes vormen bij elkaar een grote berg voedsel. In totaal verspilt de Nederlandse consument voor 2,6 miljard euro per jaar aan voedsel. We verspillen gemiddeld bijna 48 kilo per persoon per jaar. Dit komt neer op zo’n 155 euro per persoon per jaar.
In deze periode van crisis en bezuinigingen is het wel een goed idee om eens te kijken naar de website over de campagne. Het Voedingcentrum geeft daar niet alleen uitleg over hoe het komt dat we zoveel eten weggooien, maar zij geven ook 12 tips tegen verspilling. Die tips gaan zowel over inkopen, koken en bewaren.  Want die 155 euro per persoon per jaar kunnen we wel op een andere manier gebruiken, toch?!

donderdag 14 februari 2013

Koolhydraten

Dat er steeds meer mensen zijn die geloven in het minder eten van koolhydraten, wordt me de laatste weken enorm duidelijk. Ik lees dat terug in kranten, ik zie er steeds meer boeken over verschijnen, en hoor het ook terug van mensen die op het spreekuur komen en van mensen in mijn omgeving. Koolhydraatarme diëten bestaan al een lange tijd. Denk aan het South Beach dieet en (iets dichter bij huis) aan het dr Frank dieet. Geen brood, aardappelen, rijst of pasta.
Het Voedingscentrum adviseert om 55 % van de totale hoeveelheid energie (calorieën) die we dagelijks eten, te laten komen uit koolhydraten omdat het een belangrijke energiebron is. De adviezen die wij geven op het spreekuur, zijn een vertaalslag hiervan. We adviseren mensen om deze koolhydraten zoveel mogelijk te gebruiken in de vorm van volkoren graanprodukten, fruit en zuivel. Daarnaast is het dan van belang de geraffineerde koolhydraten zoveel  mogelijk te beperken. Dat is bijvoorbeeld de suiker uit de suikerpot, witbrood, frisdranken, vruchtensappen, koek, chocolade, candybars en gebak, chips en snacks.
Nu las ik laatst een artikel in New York Times over het weglaten van gluten uit de voeding (Gluten-Frre, Wether You Need It or Not). Gluten zijn een onderdeel van granen die zorgen voor structuur. Ze zitten bijvoorbeeld in rogge, tarwe, haver en gerst. Dit zijn ook de meest gebruikte granen in brood, beschuit, crackers, roggebrood, ontbijtkoek, maar ook in koekjes, veelgebruikte tussendoortjes zoals liga koeken, sultana’s, kinderkoekjes, eierkoeken en gebak. In het artikel uit de NY Times werd beschreven dat er náást de mensen met coeliaki (gluten-allergie, waarvan we weten dat mensen de gluten niet kunnen verdragen en er duidelijk klachten van krijgen) ook mensen zijn die gevoelig zijn voor gluten, en die zeggen zich enorm veel beter en gezonder te voelen als ze geen gluten eten. Hoe dat werkt, en wat dit dan voor een ziekte is, dat is niet duidelijk. Sommigen zien de gluten-vrije diëten als een hype, zoals die er altijd zijn in de dieetwereld. Artsen zeggen dat het niet duidelijk is hoeveel mensen deze gluten-gevoeligeid hebben, maar grotendeels ermee eens zijn dat er een ziekte bestaat die gerelateerd is aan gluten, en die niet hetzelfde is als coeliaki. Zij zeggen ook dat het glutenvrije dieet geen gezondere voeding is voor mensen die het niet nodig hebben. Deze mensen die dit zonder lichamelijke reden volgen, doen mee aan een hype.
Dan hoor ik de laatste tijd steeds meer over Paleolitisch eten. Dat is eten zoals onze voorvaderen van duizenden jaren geleden dat deden. Binnen deze denkwijze passen de voedingsmiddelen die we aten toen we ons eten nog blij elkaar kregen door de jagen en verzamelen. Denk hierbij aan vlees, vis, noten, zaden, pitten, groenten, knollen en fruit. Ook een vorm van een koolhydraatarm dieet.
Al deze inzichten zijn verschillend, maar hebben wel een ding met elkaar gemeen: ze maken dat we bewust bezig zijn met kiezen, kopen, koken en eten. En dan niet alleen wat we eten, maar ook hoeveel we eten. Dat vind ik een goede ontwikkeling.

donderdag 7 februari 2013

Fabels

Op de website van Het Voedingscentrum lees ik dat zij een onderzoek hebben gedaan naar Feiten en Fabels: wat weten consumenten over gezondheid en gewicht? Interessant, want dit zijn dagelijks gespreksonderwerpen op het spreekuur. Eten is iets heel gewoons, we doen het dagelijks meerdere keren. En omdat iedereen eet, heeft iedereen wel een mening over eten, en ook over gezondheid en afvallen. Doordat mensen vaak verschillende diëten volgen of hierover lezen, en doordat er steeds meer op internet te lezen is (of deze informatie op het internet nu waar is of niet waar, is afhankelijk van de website en zijn bronnen), is er grotere kennis over gezondheid, gewicht en voeding. Maar op het spreekuur merken we dat het ook kan leiden tot heel veel vragen, onduidelijkheid en verwarring. Want wat is nu de waarheid?

Het voedingscentrum heeft 1000 mensen een online vragenlijst laten invullen. Er zijn aan mensen 10 stellingen over gewicht of over gezondheid voorgelegd en daarnaast vragen en stellingen over gedrag, kennis en houding met betrekking tot voeding en gezondheid.

Ik vond het leuk om te lezen dat vragen die ik vaak krijg, ook terug kwamen in het onderzoek. Veel mensen op het spreekuur vragen mij of zij afvallen door het drinken van water. De beleving is dat men afvalt door het drinken van grote hoeveelheden water. Ook in dit onderzoek kwam dit naar voren: 63 % van de deelnemers aan het onderzoek dacht dat. Afvallen heeft niets te maken met water drinken. Je valt af als je minder energie (calorieën) eet dan je lichaam nodig heeft. Op het spreekuur krijg ik vaak de volgende vraag: dat water een vol gevoel geeft en dat je daardoor minder zou eten, wat uiteindelijk leidt tot gewichtsafname. Ook dit klopt niet. Onze maag heeft als functie om het eten te mengen met spijsverteringssappen en het eten al deels te verteren doordat het in de darm terecht komt. Doordat water geen voedingsstoffen bevat, hoeft het niet lang in de maag te blijven. Het neemt daarom de korte route door de maag naar de darmen toe. Doordat het niet lang in de maag blijft, heeft het ook niet de functie van maagvulling.

Een tweede vraag in het onderzoek waar veel twijfel over was onder de deelnemers en die voor mij ook weer heel herkenbaar is, was de stelling dat je afvalt door in plaats van 3x per dag, 6x per dag te eten. En ook dat is een fabel. Want weer is het antwoord dat je alleen afvalt als je in totaal minder energie (calorieën) eet dan je lichaam nodig heeft. Of je de totale hoeveelheid energie nu in 3x of in 6x binnen krijgt op een dag, maakt geen verschil. Maar ik begrijp wel heel goed dat mensen niet goed weten of de stelling klopte of niet. Want veel mensen die bij mij op het spreekuur komen (en een derde van de deelnemers aan het onderzoek) hebben al vaker diëten gevolgd om af te vallen. Die diëten hebben vaak meerdere eetmomenten op een dag.


Mocht je het ook leuk en leerzaam vinden om meer te lezen over de fabels en feiten die te maken hebben met gezondheid en gewicht, klik dan hier om het rapport over het onderzoek van Het Voedingscentrum te lezen. Daarnaast zijn de boeken 'Wat is nu gezond?' van Martijn Katan en 'The Truth about Food' van Jill Fullerton-Smith makkelijk leesbaar en informatief als het gaat om fabels en feiten rondom voeding.