donderdag 23 februari 2017

Sport en Voeding


“Veel topsporters in Nederland hebben minder voedingsstoffen in hun basisvoeding dan aanbevolen. Zij zouden betere voedingskeuzes moeten maken en daarnaast is het advies om een laag gedoseerde multivitamine te gebruiken om te voldoen aan de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid.”
Deze maand lees ik in allerlei media veel over voeding voor (top)sporters. De berichten hebben te maken met het proefschrift van Ir. dr. Floris Wardenaar. Hij is onderzoeker Lectoraat Voeding en Sport en teamleider Sports and Exercise Nutrition bij HAN Sport en Bewegen. Onlangs promoveerde  hij op voeding en supplementengebruik bij atleten uit de Nederlandse top en subtop. Hij deed onderzoek bij 553 sporters die aan krachtsport, duursport of teamsport doen en aanvullende onderzoek bij 778 sporters. Tijdens mijn opleiding tot sportdiëtist was hij een van mijn docenten.
De belangrijkste boodschap die ik uit alle artikelen haalde, was dat (top)sporters er moeite mee hebben om te voldoen aan de algemene richtlijnen goede voeding. Evenals veel de gemiddelde bevolking. De voedingsinname van topsporters verschilt slechts beperkt met die van de gemiddelde Nederlander. En dat terwijl wedstrijdsporters lichamelijk zeer actief zijn. En als ze wél voldeden aan de richtlijnen goede voeding, dan kon vaak de timing beter. Daarmee bedoel ik: wat je eet voor, tijdens en na een training of wedstrijd. En in welke hoeveelheden en welke vorm.

Als hulpmiddel bij gezond eten als sporter, is de Sportvoedingspiramide ontwikkeld door de Vereniging Sportdiëtetiek Nederland. De piramide laat de volgorde en de verhouding zien waaruit sportvoeding bestaat.
Dat begint bij de basis. De hele onderste laag is gezonde voeding. Basisvoeding, zoals we dat ook noemen. Alles wat hierin staat, staat ook in de Schijf van Vijf: brood, fruit, groenten, zuivel, noten, vlees(vervangers), ei, kaas, vis, pasta, rijst en aardappelen. Dit heeft ieder mens nodig, (top)sporter of niet, met de intentie sterker te worden of fit en gezond te blijven.
De tweede laag is sportspecifiek: als de basisvoeding niet meer toereikend is en er aanvulling nodig is. Onderdeel van sportspecifieke voeding is sportdrank, sportrepen of sportgels die rondom een training of wedstrijd gebruikt worden. Opvallend is hier een klok in het midden. Deze staat voor de juiste timing. Want het toepassen van sportspecifieke voeding is zinloos als de timing niet goed is. Deze timing is afhankelijk van de soort, intensiteit en de duur van de inspanning. En van de sporter zelf natuurlijk: wat past bij hem/haar en wat is in de praktijk haalbaar.
Het topje van de piramide is voor supplementen. Je kunt hierbij denken aan (multi-) vitamines of mineralen. Met name aan vitamine D en ijzer kan een tekort ontstaan, ondanks een goede basisvoeding. Ook prestatiebevorderende supplementen zoals cafeïne, bietensapconcentraat, creatine of beta-alanine staan in de top benoemd.
Uit de onderzoeken van Floris Wardenaar bleek dat sporters die zich lieten begeleiden door sportdiëtisten of sportvoedingsdeskundigen doorgaans betere keuzes maken en dat zij meer voldoen aan de algemene voedingsaanbevelingen.
Wil jij ook een persoonlijk sportvoedingsadvies? Ik ben sportdiëtist en adviseer sporters en geef een persoonlijk advies. Dit is afhankelijk van de intensiteit en de duur van de sport, de trainingstijden, het sportseizoen en de persoonlijke doelstellingen. Elke sport(er) is immers verschillend. https://www.careyn.nl/diensten/voeding-en-dieetadvies/dietisten-stad-utrecht/sascha-de-jong/

donderdag 9 februari 2017

Vet lekker


“Ik eet al een tijdje veel minder koolhydraten en toch val ik niet af,” zegt de cliënt op mijn spreekuur. Ik loop met hem zijn huidige eetgewoonten door. “Ik eet nu geen brood bij de lunch maar wel salades. Vandaag at ik een groene salade met gamba’s. En ik ben echt dol op olijfolie dus die salade overgiet ik daarmee.” Op zijn gezicht verschijnt een grijns. Hij is erg ingenomen met zijn zelf samengestelde nieuwe eetpatroon. Behalve dan dat hij nog niet is afgevallen.

“Nou ja! Wéér aangekomen! Wat ontmoedigend zeg!” Een tienermeisje met obesitas zit een beetje moedeloos tegenover me. “Ik was juist allemaal gezonde dingen gaan eten. Als tussendoortje neem ik nu elke dag een avocado in plaats van een appel.”

“Dus nu eet ik elke dag een bakje walnoten of amandelen. Ik heb gelezen dat dat heel gezond is,” vertelt mijn cliënt. Hij heeft een verhoogd cholesterolgehalte. “En in de Griekse yoghurt doe ik ook walnoten. Ik eet ook veel salades, daarin zitten pijnboompitten en zonnebloempitten”.

Gezonde vetten. Daar komt het op neer bij bovenstaande voorbeelden. En dus bij alle drie teveel ervan. Plantaardige vetten zoals olijfolie, noten, zaden, pitten en avocado bevatten onverzadigde vetzuren die gezond zijn voor ons hart en onze bloedvaten. Ze verlagen het cholesterol, bevatten geen of weinig koolhydraten en hebben daarom weinig invloed op de bloedsuikerspiegel. Daarnaast geven ze een verzadigd gevoel: minder honger. Ook de vetten in bijvoorbeeld Griekse yoghurt zijn prima. We hebben ze elke dag nodig en het is ook heel goed om voldoende gezonde vetten binnen te krijgen. Maar het kan ook teveel zijn. En dan val je in het gunstigste geval niet af. In veel gevallen komen mensen aan in gewicht.


Hoe dat kan? Een avocado bevat 350 calorieën. Als je die elke dag eet, krijg je behalve allerlei vitamines, mineralen en 10 gram voedingsvezel in deze vrucht veel energie binnen. Het is dus nuttig om andere voedingsmiddelen dan te schrappen uit je eetpatroon. Gebruik je een avocado binnen een koolhydraat verlaagd dieet, dan is het waarschijnlijk dat je er brood voor laat staan. Dan val je wel af.

Een eetlepel olijfolie bevat 90 calorieën. Als je een salade (of een andere maaltijd) overgiet met olijfolie dan heb je zo 800 calorieën binnen. Zeker als in die salade ook (vette) vis, kip of kaas is verwerkt. Één of twee eetlepels olie op een salade is dan weer geen probleem.

Je voelt hem al aankomen: met de noten, zaden en pitten is het idem dito. Een handje walnoten (25 gram, dit is drie en halve walnoot) bevat 177 calorieën. Een klein bakje walnoten van 100 gram is 700 calorieën. Dat is vergelijkbaar met de calorieën van een grote warme maaltijd. Het advies gezonde voeding volgens de Schijf van Vijf is dagelijks 25 gram ongezouten noten.