donderdag 2 januari 2014

Januari

In januari zal je het altijd wel heel druk hebben, vragen mensen mij geregeld. Want in januari hebben mensen hun goede voornemens nog op hun netvlies, de feestdagen zijn achter de rug. Tijd om te gaan afvallen?
Het klopt dat in deze periode de tv reclames en radiospotjes vooral gaan over manieren van afvallen, over hoe afslankprodukten hierbij kunnen helpen en hoe geweldig goed en makkelijk dit wel niet gaat. Dat is ieder jaar hetzelfde. Toch is het in januari niet opeens veel drukker op onze spreekuren. De reden hiervan is dat op het dieetspreekuur mensen komen die niet een paar kilo’s overgewicht hebben en willen afvallen omdat dat mooier is, of omdat hun kleding wat strak zit. Hoewel zij natuurlijk ook welkom zijn op het spreekuur.
Maar de mensen die op het spreekuur komen, zijn meestal verwezen door hun arts. Omdat zij niet overgewicht maar obesitas (BMI boven de 30, dit is ernstig overgewicht) hebben en daarbij klachten of ziekten die met dat overgewicht verband houden. Denk aan rug- en gewrichtsklachten, diabetes mellitus, hart- en vaatziekten zoals hoge bloeddruk of te hoog cholesterolgehalte. Het is goed om je te realisteren dat dit niet alleen gaat om ouderen of volwassenen, maar ook om kinderen. Pubers en tieners met 10, 20, 30 kg overgewicht die weliswaar meestal nog niet te kampen hebben met bovengenoemde ziekten ten gevolge van hun overgewicht, maar daar wel degelijk een groot risico op hebben.
Deze mensen hebben niets aan al die reclames voor afslankmiddelen, wonderpillen, hulpmiddeltjes en afslankclubjes. Want hoewel obesitas nog steeds wordt gezien door veel mensen als ‘eigen schuld, dikke bult’ is het een chronische ziekte. Het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) heeft in 2010 de zorgstandaard obesitas geschreven. In een zorgstandaard staat niet alleen welke zorg er geleverd moet worden, maar ook hoe die georganiseerd moet worden en aan welke kwaliteitseisen die moet voldoen. Het doel van de zorg bij obesitas is een optimale verbe­tering van de gezondheid en het risicoprofiel. Dit om de kwaliteit van leven te verbete­ren en maatschappelijke participatie te bevorderen.
In oktober 2012 is er een onderzoek uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek om de effectiviteit van dieetbehandeling door de diëtist aan te tonen. Uitkomsten daarvan zijn de volgende:
Als gevolg van een behandeling door de diëtist neemt de fysieke gezondheid van de patiënt toe. Gemiddeld zijn patiënten 12 maanden na aanvang van de behandeling 4 tot 6 kg afgevallen. Ook hebben zij na afloop van de behandeling een lagere bloeddruk, een lager cholesterolgehalte en een lagere bloedglucose.
Dieetbehandeling door een diëtist leidt ook tot toename van de mentale gezondheid van de patiënt. Dit kan verschillende oorzaken hebben: allereerst draagt de diëtist direct bij aan een stijging van de mentale gezondheid van de patiënt door aandacht te hebben voor de patiënt. Daarnaast kunnen door gewichtsverlies en een betere fysieke gezondheid de sociale en emotionele problemen van de patiënt afnemen.
Dieetbehandeling zorgt dat minder mensen diabetes ontwikkelen. Een relatief klein gewichtsverlies van 5 procent van het lichaamsgewicht is daarnaast geassocieerd met een verlaging van de bloeddruk en het cholesterolgehalte. Doordat dieetbehandeling medische aandoeningen kan voorkomen en uitstellen is de sterftekans van patiënten ook tien jaar na de behandeling aanzienlijk lager.

Wie denkt al deze voordelen uit een potje pillen te kunnen halen, komt bedrogen uit. In iedere basisverzekering is 3 uur dieetadvisering opgenomen. Iedereen kan dus naar de diëtist. Mogelijk zijn mensen aanvullend verzekerd en worden er nog meer behandeluren vergoed. Kijk het na in de polisvoorwaarden. En zegt het voort!