Sinds een tijdje sport ik in de sportschool bij mij in de wijk. Ik heb dat voorheen nooit gedaan, vooral omdat ik het heerlijk vind om lekker buiten te sporten. En omdat ik aan hardlopen deed, was het ook prima om dat buiten te doen. Je stapt je voordeur uit en je kunt beginnen. Leuk ook om te zien hoeveel mooie en groene plekjes de stad Utrecht kent en ook heel inspirerend om te zien hoe druk het is met mede-sporters, honden uitlaters en wandelende voorbijgangers. Ik loop het liefst bij lekker fris en droog weer, toch andere weersomstandigheden houden me niet tegen. Ik zal niet snel midden in een regenbui van huis vertrekken, maar dreigende donkere wolken houden me niet tegen. Uiteindelijk ben ik nog altijd verbaasd hoe weinig en hoe kort het eigenlijk in Nederland regent.
Maar vorig jaar werd het in december zo’n slecht weer (heel veel nattigheid, nog niets eens echte vrieskou, sneeuw en gladde paden, dat kwam later pas), dat ik besloot tijdelijk (voor de winter periode) een abonnement op de sportschool te nemen. Inmiddels bevalt het zo goed dat ik het combineer met het hardlopen.
Laatst werd in het nieuws een artikel dat was verschenen in het medische tijdschrift The Lancet besproken. Onderzoekers hadden ontdekt dat inactiviteit wereldwijd ongeveer net zoveel doden veroorzaakt als roken. Gebrek aan lichaamsbeweging vergroot de kans op hart- en vaatziekten, diabetes en kanker. De onderzoekers pleiten ervoor dat door zorgverleners niet alleen gewezen wordt op de voordelen van bewegen , maar ook van de nadelen en gevaren van het niet-bewegen.
Dat vind ik erg interessant. Als ik kijk naar de gesprekken met mensen die ik behandel op het dieetspreekuur is beweging altijd een gespreksonderwerp, maar altijd in de zin dat ik het aanmoedig en vertel over wat bewegen voor effect heeft op hun gezondheid of ziektebeloop. Eigenlijk nooit andersom (niet bewegen leidt tot…).
De onderzoekers gaven aan dat tenminste 5x per week 30 minuten matig intensieve inspanning voldoende is. Dat is ook de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Voor kinderen, jongeren en mensen met overgewicht is het advies dit 60 minuten per dag te doen.
Maar matig intensief en 30-60 minuten is best onduidelijk voor veel mensen. En ik merk dat veel mensen hun activiteit overschatten. Ik hoor dat op het spreekuur vaak: ‘ik wandel elke dag een paar keer met de hond’ of ‘ik heb een heel huis en moet vaak de trap op en af’. Dat is vaak niet de beweging die bedoeld wordt met matig intensief. Daarnaast zie ik op mijn sportschool ook mensen (vast heel goed bedoeld) een soort van fluitend en rustig om zich heen kijkend op een hometrainer of roei-apparaat zitten. Of mensen die een gewicht 5 cm op en neer bewegen in plaats van de spier over de gehele lengte aan het werk te zetten. Dat roept de vraag op: wanneer is bewegen eigenlijk echt bewegen en wanneer is sporten echt sporten? Hoe breng je een boodschap over waarbij de juiste mensen zich daadwerkelijk en terecht aangesproken voelen? Misschien dus wel mede door wat de wetenschappers in The Lancet adviseren: het omdraaien van de boodschap en de andere kant hierin wat duidelijker te belichten.