In The New York Times lees ik een stuk over de ziekte van Alzheimer, en waarom deze ziekte ook wel diabetes type 3 genoemd kan worden. Dr Suzanne DeLaMonte is neuropatholoog aan Brown University. Zij heeft met haar onderzoek de link tussen diabetes, Alzheimer en insuline duidelijker kunnen maken.
Het werkt als volgt. Bij gezonde mensen zonder diabetes, maakt het lichaam insuline aan als er glucose (suikers en koolhydraten uit de voeding) in het bloed komt. De insuline zorgt ervoor dat de glucose, ofwel onze energie, wordt opgenomen in de cellen waardoor we die energie kunnen gebruiken. Die cellen zitten overal in het lichaam: spieren, organen, hersenen.
De meeste mensen die diabetes hebben, hebben diabetes type 2 (90% van de mensen in Nederland met diabetes, heeft type 2). Bij hen komt het erop neer dat de cellen van het lichaam ongevoelig / resistent worden voor insuline. In een poging om de cellen aan te moedigen toch insuline op te nemen, gaat de alvleesklier nóg meer insuline aanmaken. Mensen met diabetes type 2 hebben dus meer insuline in hun bloed, maar de cellen reageren er niet meer op. De grote hoeveelheid insuline in het bloed beschadigt de kleine bloedvaten in de hersenen. Dit leidt uiteindelijk tot slechte bloedcirculatie in de hersenen. Deels is dit een verklaring voor het feit dat diabetes type 2 de hersenen schade ondervinden. Bij de ziekte van Alzheimer worden de hersenen resistent tegen insuline, met name de delen die te maken hebben met geheugen en persoonlijkheid. Kortom, hierdoor ontstaat de ziekte van Alzheimer.
Al meer dan 100 jaar geleden werd ontdekt dat een vreemde vorm van eiwitten, genaamd beta amyloid plaques, de plaats innam van de gewone hersencellen. Hoe die eiwitten daar kwamen, was een raadsel. Maar wat nu duidelijk wordt, is dat een tekort aan insuline in de cellen (ofwel insuline resistentie!) een rol speelt bij het vormen van deze plaques.
De onderzoekers van Brown University ontdekten dat veel mensen met diabetes type 2 in hun alvleesklier ophopingen hebben van beta amyloid plaques. Deze zijn vergelijkbaar met de eiwitophopingen die worden gevonden in het hersenweefsel van mensen met de ziekte van Alzheimer.
In veel opzichten is de ziekte van Alzheimer een vorm van diabetes in de hersenen. Zelfs in het vroegste stadium van de ziekte is het vermogen van de hersenen om suiker te metaboliseren verminderd. Normaal speelt insuline een grote rol bij het helpen van de hersenen bij de opname van glucose uit het bloed. Maar bij de ziekte van Alzheimer, werkt de insuline in de hersenen niet goed. Er is sprake van resistentie. Als gevolg daarvan sterven de hersencellen door het tekort aan energie (glucose).
Mensen met insuline resistentie, met name mensen met diabetes type 2, hebben een verhoogd risico op het krijgen van de ziekte van Alzheimer. Dit risico wordt geschat op 50-65% hoger dan bij gezonde mensen.
Dit nieuws betekent dat gezond eten, afvallen en veel bewegen niet alleen zorgen voor preventie van het ontstaan van diabetes, maar ook van neurodegeneratieve ziekten als Alzheimer. In 2011 hadden in Nederland 1 miljoen mensen diabetes. Elk jaar komen er 71.000 diabetespatienten bij. Zo’n 250.000 mensen weet van zichzelf niet dat zij diabetes hebben.