Afgelopen vrijdag ging ik naar een voorstelling van de Britse stand-up comedian Eddie Izzard. Hij is nogal een opvallend figuur. Hij draagt make-up, hoge hakken en nagellak (met verve trouwens). Eddie Izzard is dol op geschiedenis en hij legt in zijn shows dwarsverbanden tussen historische gebeurtenissen en theorieen. Een van zijn grapjes van die avond ging over de Olympische Spelen. Dat het zo mooi is dat in feite iedereen daaraan mee kan doen. Iedereen die helemaal topfit is, tenminste. En dat is nu eenmaal maar een handvol mensen per land. Maar als je naar de natuur kijkt, dan zie je dat alle dieren die in het wild leven helemaal topfit zijn. Leeuwen op zoek naar voedsel bijvoorbeeld hebben niet de luxe om te zeggen: 'nou, die gazelle rent wel heel erg hard, laat die maar lopen'. Kijkend naar onze huisdieren, dan zie je wat wij mensen hebben veranderd in hun leven. Die huisdieren van ons zijn ook liever lui dan moe. Ik zie hierbij meteen onze kat voor me, die ligt inderdaad de hele dag op een dekentje op de vensterbank te luieren en als het etenstijd is, dan zoekt hij zijn etensbakje op om te kijken of daar nog wat te halen valt.
Deze gedachte over de kracht en het uithoudingsvermogen van dieren in het wild kreeg ik ook toen ik een paar maanden geleden keek naar de documentaire Earthflight. Dit is een Britse natuurdocumentaireserie waarbij een deel van de beelden is opgenomen door camera's op de ruggen van vogels. Ongelooflijk zijn de afstanden die zij vliegend, zwemmend, lopend of rennend afleggen. Vaak honderden kilometers op zoek naar voedsel, water, een goede plek om te jongen of een goede plek wat betreft omgeving of klimaat.
Vorig jaar las ik het boek Lopen met de Kenianen. Ik las het als inspiratie omdat ik zelf een hardloper ben. De Kenianen zijn de top hardlopers van de wereld. Het boek is geschreven door een hardloper: Adharanand Finn die wilde ontdekken wat hun geheim is. Waardoor kunnen Kenianen zo goed rennen? Hij ging naar Kenia om het te ontdekken en om er zelf te gaan trainen met hen. Daar zag hij dat het rennen een soort noodzaak is. Als de kinderen in Kenia naar school moeten is het eerder regel dan uitzondering dat ze daar 10 km naar toe moeten lopen. En dan ook nog eens 10 km terug. Als je dat lopend doet, dan kost je dat uren. Als je dat hard rennend doet, dan ben je er veel sneller. Daarnaast rennen de kinderen meestal op blote voeten. Dat maakt dat hun techniek van het rennen heel anders is dan wanneer je op schoenen loopt. Deze manier van lopen maakt ze ook sneller.
Mijn collega en ik zijn in Utrecht betrokken bij een multidisciplinair leefstijlprogramma voor kinderen met obesitas in de leeftijd van 4 t/m 17 jaar FitCoolKids. Wij behandelen kinderen én hun ouders in het programma. We zien dat kinderen vaak niet meer lopen of fietsen naar school. Tieners die met de bus naar school gaan, maar ook basisschoolkinderen worden vaak met de auto gebracht en gehaald. Opnieuw is dit een voorbeeld van het afzwakken van fitheid. Dat is ontzettend jammer en het heeft eindeloos veel gevolgen. Nu en later.