In een artikel in The New York Times lees ik over de relatie tussen slaapgebrek en overgewicht. Mensen die ’s nachts regelmatig maar 5-6 uur slapen, hebben een grotere kans op het ontwikkelen van overgewicht.
Dit effect is al langere tijd bekend. Het heeft te maken met verstoorde hormoonspiegels van cortisol, ghreline en leptine. Cortisol is een stresshormoon dat méér wordt aangemaakt als je erg lang wakker bent. Een teveel aan cortisol leidt tot verhoogde glucosewaarden in het bloed. Dit zorgt ervoor dat de alvleesklier meer insuline gaat aanmaken om de bloedglucosewaarden te laten dalen. Het overschot aan glucose wordt in het lichaam opgeslagen als vet. Ghreline zorgt voor eetlust. Een hogere waarde van grheline zorgt voor een toename van de eetlust. Tegelijkertijd is er een tekort aan leptine, het hormoon dat zorgt voor verzadigingsgevoel. Als er minder leptine is, dan is het verzadigingsgevoel minder. Dit allemaal samen leidt op langere termijn tot gewichtstoename. Tot dusver niets nieuws.
Maar dit onderzoek waarover The New York Times schreef, toonde aan dat ook op korte termijn (binnen een paar dagen zelfs) slaaptekort kan leiden tot het ontstaan van overgewicht. Bij de Universteit van Colorado is onderzoek gedaan naar de effecten van slaaptekort op het eetgedrag en het ontstaan van overgewicht op de korte termijn. Zij ontdekten dat mensen die per nacht 5 uur slaap hadden, de volgende dag niet alleen veel meer, maar ook calorierijker voedsel kozen en aten dan mensen die een nacht van 9 uur slaap hadden gehad. Opvallend was ook dat met name werd gekozen voor voedsel met een hoog gehalte aan koolhydraten en daarnaast werd gevonden dat er vooral meer werd gegeten in de uren na het avondeten en dat mensen een kleiner ontbijt gingen eten.
De onderzoekers vonden dat mensen met een korte nacht zo’n 6 procent hogere energie inname hadden dan mensen met een normale nachtrust. Na een week waren de mensen met het slaaptekort een kilo aangekomen in gewicht. Op het moment dat mensen wel weer voldoende slaap kregen (in ieder geval 8 uur per nacht), werd het eetgedrag ook weer zoals het was. Na een week van slaaptekort werden de groepen namelijk omgeruild en kregen zij juist lange nachten van 9 uur slaap. Zij verloren in die week een deel van de kilo die ze de week ervoor waren aangekomen, maar niet kwamen niet helemaal terug op het startgewicht.
Op het spreekuur is deze informatie voor de meeste mensen niet heel interessant, maar ik denk wel dat het voor specifieke groepen mensen belangrijke informatie is. Denk bijvoorbeeld aan mensen met wisselende diensten, zoals verpleegkundigen, en anderen werkzaam in ploegendiensten. Ook zij hebben een verstoord slaap- en waakritme. En zij hebben doordat ze op andere momenten van de dag hun slaap moeten pakken, soms ook korte slaapperioden. Doordat dit inherent is aan hun beroep, is dit niet te vermijden. Maar misschien wel iets om bij stil te staan en meer waardering te hebben voor voldoende slaap.