Hoe
komt het dat mensen vaak zo graag vet willen verbranden? Waarschijnlijk omdat
ze willen afvallen. Maar is vet verbranden eigenlijk wel hetzelfde als afvallen?
Het antwoord is nee. Ik lees
deze week een stuk van Asker Jeukendrup dat hij al een tijdje geleden schreef (2015). Hij is sportvoedingswetenschapper en
schrijft leuke en begrijpelijke stukken over voeding en sport. Hij legt uit hoe
het zit met vet verbranden. Zijn artikel lees je hier.
Brandstof
Zelf leg ik het ook vaak uit op
het spreekuur, hoe het werkt met onze energieverbranding. We hebben twee
belangrijke brandstoffen in onze voeding. De ene brandstof is koolhydraten, de
andere brandstof is vetten. Elke dag hebben we gemiddeld zo’n 2000-2500
calorieën per dag nodig en die worden grotendeels geleverd door deze twee
brandstoffen. De rest van die calorieën wordt geleverd door bouwstoffen, dat
zijn de eiwitten. En eventueel nog een beetje door alcohol.
Opslag
Als je wilt afvallen, dan moet
je minder calorieën binnenkrijgen dan je lichaam eigenlijk nodig heeft. Je creëert
een negatieve energiebalans. Dan ga je je reserves aanspreken en val je af. De
grootste opslag van energie in ons lichaam is in de vorm van vetweefsel. En een
beetje vet bevindt zich in onze spieren. Koolhydraten kunnen wij wel in ons
lichaam opslaan, maar lang niet zoveel als vetten. De opgeslagen koolhydraten
zijn met name in onze spieren. En een beetje in ons bloed (bloedglucose). Als
je afvalt, dan wil je het liefst dat de hoeveelheid vet in je lichaam afneemt.
Maar dat is dus niet hetzelfde als vet verbranden.
Mate van inspanning
Zoals ik met mijn cliënten op
het spreekuur zit en met ze praat, dan is vet de belangrijkste bron van energie
die je op dat moment verbruikt. Want als je weinig inspanning levert, dan
verbrand je vet. Ook als je opstaat en mijn spreekkamer uitloopt, naar buiten
gaat en naar je fiets loopt, ben je nog vooral vet aan het verbranden. Stap je
dan op de fiets naar het station en je hebt wind tegen, dan moet je je al wat
meer gaan inspannen. Dat is het moment dat je wat meer koolhydraten gaat
verbranden. Die koolhydraten zitten in je bloed (glucose) en een groter deel
wat je nu gaat gebruiken ligt opgeslagen in je spieren (glycogeen). Precies
bedoeld voor situaties als deze: matige inspanning.
Kom je bij het station aan en
zie je dat je trein op het punt staat te vertrekken, dan trek je een sprintje
om de trein nog te kunnen halen. Op dat moment is de vetverbranding relatief
het laagst (25-30%) en ga je vooral bloedglucose en glycogeen verbranden.
Intensief
Bij dat laatste scenario,
intensieve inspanning, verbrand je veruit de meeste calorieën. Toch is het
aandeel van vet dat je verbrandt klein. Je kunt je voorstellen dat je om een
negatieve energiebalans te kunnen krijgen (want dan val je af) dus wél het
beste intensief kunt bewegen. En daar tegelijkertijd minder brandstoffen
(calorieën) binnenkrijgen met voeding. Vet verbranden heeft in je dagelijks
leven dus verrassend weinig met afvallen te maken. Had je niet gedacht, he?!