Posts tonen met het label eenzaamheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label eenzaamheid. Alle posts tonen

donderdag 5 november 2015

Eenzaam en dik

In De Volkskrant lees ik: ‘Randstedeling wordt eenzaam en dik. In de vier grote steden ook forse toename van depressie en diabetes verwacht’. In Den Haag heeft de GGD een onderzoek gedaan waaruit blijkt dat het aantal inwoners met overgewicht, lijdend aan eenzaamheid en met verhoogd risico op angst, depressie, diabetes of een hartinfarct fors zal gaan stijgen. En epidemiologen (die de verspreiding van ziekten onder de bevolking bestuderen) zeggen dat dit ook geldt voor Amsterdam, Utrecht en Rotterdam.
 
In het kranten artikel worden meerdere oorzaken hiervan genoemd. Ten eerste de groei van niet-westerse bevolking. Hindoestanen, Turken en Marokkanen hebben meer kans op het krijgen van diabetes. Bij hen komt dit twee tot vier keer zoveel voor. Daarnaast komt het door vergrijzing. Er komen steeds meer mensen die 65+ zijn en bij hen komt eenzaamheid vaker voor. Dit geldt ook voor niet-westerse allochtonen. Zij lijden vaker aan eenzaamheid. Lex Burdorf is hoogleraar aan het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam en gespecialiseerd in factoren die de volksgezondheid bepalen. Hij pleit voor een beter opsporing van mensen met deze ziekten zodat het beter te behandelen wordt.
 
De GGD pleit voor een betere samenwerking door de gezondheidspartijen in de wijken om een preventie structuur te kunnen maken. Zij willen dat juist minder mensen gaan lijden aan angst, depressie, eenzaamheid en overgewicht. Dan komt natuurlijk voorlichting over gezond eten en bewegen aan de orde. In Utrecht heb ik de ervaring dat daar al heel serieus aan wordt gewerkt. In het artikel wordt ook genoemd dat het heel moeilijk is om voorlichting en adviezen over gezond leven bij mensen aan te laten komen. In mijn ogen is dat zowel letterlijk als figuurlijk. Wat ik vaak merk aan voorlichtingen is dat er vaak juist mensen komen die zelf al het belang van een gezonde leefstijl inzien. En soms ook al begonnen zijn om veranderingen te maken in hun eet- en beweeg gewoonten. De mensen die je niet te pakken krijgt, die je niet ziet, die je niet bereikt, dat zijn de mensen die je eigenlijk erbij wilt hebben. Hoe moet dan die gezondheidsvoorlichting eruit zien en voor wie is het wél bedoeld?
 
Er bestaan verschillende vormen van preventie. Universele preventie richt zich op de algemene bevolking. Zij hebben geen verhoogd risico op ziekte. Selectieve preventie richt zich (ongevraagd) op (hoog)risicogroepen in de bevolking. Het opsporen en toe leiden naar de zorg is onderdeel van deze preventie. Geïndiceerde preventie richt zich op individuen die veelal nog geen gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel risicofactoren of symptomen. Geïndiceerde preventie heeft tot doel het ontstaan van ziekte of verdere gezondheidsschade te voorkomen door een behandeling. Zorggerelateerde preventie richt zich op individuen met een ziekte en heeft tot doel hen te ondersteunen bij zelfredzaamheid, ziektelast te reduceren en ‘erger’ te voorkomen.

Wat wenselijk is, is daarom tóch die opsporing en tijdige signalering. En dan kan vervolgens geïndiceerde en zorggerelateerde preventie ingezet worden. Daar komen de wijkteams en hun netwerken (onder andere diëtisten!) in beeld.

donderdag 29 januari 2015

Verdriet

The question is not what do you eat, but what is eating you? Ik las het een lange tijd geleden, ik weet niet meer waar of wie het zei, maar ik heb het sindsdien onthouden. Vertaald betekent het zoveel als: de vraag is niet wat eet je, maar wat vreet aan je? Ik moet er weer aan denken als ik een artikel lees dat me door mijn moeder onder de neus is geschoven. Ze heeft het uit de krant (Brabants Dagblad, zaterdag 17 januari 2015) geknipt. Het gaat over internist-endocrinoloog Liesbeth van Rossum. Zij behandelt mensen met obesitas in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam en was daar mede oprichter van het Centrum Gezond Gewicht van het Erasmus MC. Zij zegt in het artikel: ‘bij onze spreekuren vloeien de tranen rijkelijk. De patiënten zijn vaak heel ongelukkig’.
 
Dat herken ik wel. Regelmatig heb ik huilende mensen voor me of mensen die vertellen heel ongelukkig en verdrietig te zijn vanwege hun overgewicht. Op de website van het RIVM in het Nationaal Kompas Volksgezondheid lees ik er het volgende over:
‘Overgewicht heeft ook invloed op psychische gezondheid. Mensen met overgewicht hebben meer te maken met stigmatisering en lopen meer kans op psychische en psychosociale problemen als eenzaamheid, verdriet en gespannenheid. Mensen met ernstig overgewicht zijn ook vaker depressief. Dikke kinderen hebben meer kans op een lage zelfwaardering en daarmee samenhangende psychosociale problemen. Overgewicht kan zowel de oorzaak zijn als het gevolg van psychische problemen’.
 
Juist dat laatste, dat overgewicht zowel de oorzaak als het gevolg kan zijn van psychische problemen, is interessant. Want dat betekent ook heel veel voor de juiste behandeling van overgewicht. Ja, uiteindelijk gaat het er natuurlijk altijd om dat mensen minder moeten eten, maar op welke manier zij daarbij begeleid worden is cruciaal. Dat zegt ook Liesbeth van Rossum: ‘bij de behandeling wordt alles op groepsniveau bekeken. Gemiddeld werkt dit dieet of deze therapie goed. Er wordt nauwelijks naar individuele factoren gekeken’.
 
Op mijn spreekuur zie ik mensen die in een ongezonde leefomgeving verkeren: binnen hun gezin, familie, opvoeding, wijk, zijn alle mensen net zoals zij niet gezond. Ze hebben het niet geleerd en krijgen in hun directe omgeving ook geen gezond voorbeeld. Ook zie ik mensen die wél heel goed weten wat gezond is, hiermee opgevoed zijn, genoeg goede voorbeelden om zich heen hebben, maar het lukt hen niet dit voor zichzelf te bereiken. Je zou kunnen zeggen dat het een keuze is, maar in gesprekken blijkt dat deze mensen het wel heel graag anders zouden willen. Zij kiezen niet (bewust) voor deze leefstijl, maar krijgen het niet voor elkaar het anders (gezonder) te doen. Dan zie ik ook mensen die wel die gezonde basis hebben, maar daarnaast het heel moeilijk vinden om met bepaalde situaties of emoties om te gaan. Zij eten hun gevoelens van onvrede of onmacht weg.
 
Door met mensen te praten, goed te luisteren en door te vragen, komt bij ieder van mijn cliënten een persoonlijke hulpvraag boven. Aan mij de schone taak de behandeling precies daarbij te laten aansluiten.