donderdag 8 augustus 2013

Bord leeg eten

Vorige week las ik 2 verschillende artikelen over voeding die uiteindelijk toch wel veel met elkaar te maken leken te hebben. Het eerste artikel had te maken met hoe onze portiegroottes van nu verschillen met de portiegroottes van 100 jaar geleden. We weten dat de portiegroottes van voedsel dat we niet thuis klaarmaken; dat door fabrikanten in porties wordt verpakt of in restaurant als portie wordt geserveerd, veel groter zijn dan de porties van 25, 50, 100 jaar geleden. Maar hoe het zit met de zelfgekookte maaltijden thuis was niet zo duidelijk. Het onderzoek waarover ik las, was uitgevoerd in Denemarken. De onderzoekers hadden een kookboek met 21 typisch Deense recepten dat in verschillende edities was uitgegeven tussen 1909 en 2009, vergeleken: de eerste editie en de laatste editie als het gaat om portiegrootte.


De portiegrootte is berekend door de ingrediënten per gerecht uit te rekenen in calorieën. De gemiddelde portiegrootte per gerecht (van de 21 gerechten in het kookboek) was 21% groter in 2009 dan in 1909. Als werd gekeken naar samengestelde gerechten (zetmeelcomponent, groenten, vlees, saus of jus), dan was de portiegrootte in calorieën gestegen met 77% ! Uitgesplitst per component was de portiegrootte van vlees gestegen met 27%, van zetmeelprodukten met 148%, van groenten met 37% en van saus met 47%. Conclusie van de onderzoekers was dan ook dat de portiegrootte van typisch Deense gerechten aanzienlijk is gestegen in de afgelopen 100 jaar en dat dat een belangrijke factor is bij het risico op het ontwikkelen van overgewicht en obesitas.
Het tweede artikel dat ik las was een artikel in The New York Times, dat ging over het leeg eten van het bord. Zeker in het licht van het hierboven beschreven artikel, was dit interessant. Want zeker als we de laatste 100 jaar alleen maar méér zijn gaan eten, dan is het (moeten) leeg eten van het bord op zijn minst betwistbaar.
Kinderen worden geboren met het vermogen te eten naar behoefte. Het hele idee van borstvoeding is hier natuurlijk op gestoeld. De borstvoeding wordt bij de moeder aangemaakt naar de behoefte van het kind. Maar ook daarna, als het kind groter wordt (peuter, kleuter) is het goed in staat hoeveelheden te eten die bij hem passen. Natuurlijk bepaalt de ouder: wat, waar en wanneer er gegeten wordt. Er zijn tijden geweest (denk aan onze overgrootouders, grootouders en ook onze ouders) dat eten niet in overvloed was. Toen was het heel belangrijk om te eten wat er was op het moment dat het beschikbaar was. Vandaar dat het leeg eten van het bord door hen als heel belangrijk werd ervaren. De generaties van nu hebben die associatie niet of minder. Eten is er altijd en overal. In 2007 een onderzoek waaruit bleek dat toch 85% van de ouders hun kind proberen tijdens de maaltijd méér te laten eten door ze te complimenteren, aan te moedigen, uit te leggen waarom en door te belonen met voedsel (het toetje, bijvoorbeeld!).
Misschien door deze beide artikelen naast elkaar en door ouders bewuster te maken van de keuzes die bij hen liggen (de 3 W’s, zie boven), wordt het makkelijker om alleen nog de hoeveelheid wel door hun kind zelf te laten bepalen.